11. Radiomodus
11.1. Antenne
11.1.1.
FM en SW
De draaibare telescoopantenne op het apparaat werkt in de
FM- en SW-band.
Trek de antenne volledig uit en zet deze in een positie
waarin de ontvangst optimaal is.
11.1.2.
MW en LW
In de MW- en LW-band werkt de telescoopantenne niet. Op
deze frequentiegebieden ontvangt het apparaat via de inge-
bouwde ferrietantenne.
Richt het apparaat zodanig uit dat de ontvangst opti-
maal is.
11.2. Ontvangstbereik instellen
Omdat de radiosystemen in verschillende landen kunnen
verschillen, kunt u eventueel via de instelling van het ont-
vangstbereik aanpassingen maken:
Selecteer met de schakelaar aan de rechterkant van het
apparaat het frequentiebereik
F M
.
OPMERKING!
De kortegolfband SW is onderverdeeld in
9 deelbanden SW1 t/m SW9 (zie volgen-
de tabel).
U kunt de afzonderlijke deelbanden selecteren door
eerst 2 keer op de toets
32 van 134
S W
LW
,
M O D E
te drukken.
M W
,
of