of dalen.
► Geheugenknop: Druk op de geheugenknop
(het geheugenlampje zal gaan branden) om de
geheugenfunctie te activeren voor wanneer het
apparaat wordt uitgeschakeld. Druk nogmaals
of de geheugenknop en het lampje zal uitgaan
en de geheugenfunctie zal worden gedeacti-
veerd.
HET APPARAAT AANZETTEN:
► Steek de netstekker in het stopcontact. Het
apparaat zal een kort geluid maken.
► Druk op de knop "ON/OFF". Het bedrijfslamp-
je zal aangaan en de en de display van de voch-
tigheidsgraad zal de eerder ingestelde vochtig-
heidsgraad laten zien. De begininstelling van de
vochtigheidsgraad is 60%. Na 3 seconden zal
de display van de vochtigheidsgraad de werke-
lijke vochtigheidsgraad laten zien.
► Gebruik de pijltjes omlaag en omhoog om de
gewenste vochtigheidsgraad in te stellen. Indien
de ingestelde vochtigheidsgraad 3% lager is dan
de werkelijke vochtigheidsgraad, dan werkt het
apparaat en indien de ingestelde vochtigheids-
graad 3% hoger is dan de werkelijke vochtig-
heidsgraad, dan stopt het apparaat met werken.
► Indien de ingestelde vochtigheidsgraad lager
is dan 30% werk het apparaat onafgebroken en
staat er "CO" op de display.
LET OP: Het toestel is uitgerust met een fase-
beveiliging. Indien de fasedraden van het stop-
contact waar het toestel op wordt aangesloten
in de verkeerde volgorde zitten, dan zal op de
luchtvochtigheidsdisplay het symbool E5 ver-
schijnen, en de knoppen op het bedieningspa-
neel zullen inactief zijn. De fasedraden van het
stopcontact moeten dan omgewisseld worden
en het toestel moet opnieuw worden gestart.
Deze handeling dient te worden uitgevoerd door
een elektricien of persoon die bevoegd is om te
werken met elektrische installaties.
HET APPARAAT UITSCHAKELEN:
► Druk op de knop "ON/OFF" tijdens de wer-
king van het apparaat. Het apparaat zal worden
uitgeschakeld en alle lampjes en de display zul-
len uitgaan.
LET OP:
► Indien de ingestelde vochtigheidsgraad ho-
ger is dan de werkelijke vochtigheidsgraad, dan
zal het apparaat niet werken.
► Gedurende het ontvochtigingsproces moeten
de ventilatormotor en de compressor minstens
3 minuten werken na het starten. De luchtont-
vochtiger mag niet eerder dan na drie minuten
na het uitschakelen weer wordt aangezet.
► Bij lage temperaturen zal de luchtontvochti-
ger automatisch naar de ontdooistand omscha-
kelen. Tijdens het ontdooien gaat het ontdooi-
lampje aan. De compressor werkt en de venti-
lator stopt.
► Indien de geheugenknop wordt ingedrukt,
wordt de werkelijke vochtigheidsgraad opge-
slagen, zelfs wanneer het apparaat wordt uit-
geschakeld. Bij het opnieuw opstarten, zal het
apparaat werken volgens de opgeslagen instel-
lingen.
► De display van de vochtigheidsgraad laat een
vochtigheidsgraad van 30% tot 90% zien.
► Als u de luchtontvochtiger gedurende een
langere periode niet gebruikt, haal dan altijd de
stekker uit het stopcontact.
►►
4. ONDERHOUD EN VEILIGHEID
►
► FIG. 3
Gebruik geen verlengsnoer of stekkerdoos. Dit
kan leiden tot brandgevaar, straling of een elek-
trische schok.
► FIG. 4
Gebruik de luchtontvochtiger niet in de buurt
van een verwarming of een andere hittebron.
Dit kan namelijk leiden tot het smelten van het
apparaat en zelfs ontbranding ervan.
► FIG. 5
Gebruik de luchtontvochtiger niet buitenshuis
(in de zon, wind of regen). Het apparaat is uit-
sluitend geschikt voor gebruik binnenshuis
► FIG. 6
Indien er zich problemen voordoen (bijvoorbeeld
een brandlucht), dient het apparaat meteen te
worden uitgeschakeld en de stekker uit het te
worden stopcontact gehaald. Anders kan dit lei-
den tot brandgevaar, een elektrische schok of
andere problemen.
► FIG. 7
Gebruik het apparaat niet op plekken waar het
bloot kan worden gesteld aan chemische mid-
delen. Dit kan het apparaat beschadigen en lei-
den tot een lekkage.
BG
CZ
DE
DK
EE
ES
FI
FR
GB
HR
HU
IT
LT
LV
NL
NO
PL
RO
RU
SE
SI
SK
UA
SE
SI
SK
TR
UA