TRIO11 BE
™
G e b r u i k e r s h a n d l e i d i n g
79
Aanpassing
De omvormers die worden gebruikt in de Trio11 Be-speakers zijn complexe mechanische elementen die een
aanpassingsperiode nodig hebben om zo goed mogelijk te kunnen werken, waarin ze zich aanpassen aan
de temperatuur- en vochtigheidsomstandigheden van de omgeving. Deze periode kan, afhankelijk van de
omstandigheden, enkele weken duren. Zet het volumeniveau van de speakers in deze periode niet te hoog.
Om het proces te versnellen, kunt u de producten ongeveer twintig uur achter elkaar met een gemiddeld
geluidsniveau laten werken, met rijke muziek op lage frequenties. Zodra de omvormers zijn gestabiliseerd,
kunt u ten volle genieten van de prestaties van uw Focal-producten.
Instellingen en verbindingen
1 -INPUT
De XLR-uitgang kan worden gebruikt voor de aansluiting van een symmetrische signaalbron en een standaard
kabelschema is van toepassing:
Pin 1 = massa (afscherming)
Pin 2 = hot point (signaal in fase)
Pin 3 = cold point (signaal uit fase)
2 - INPUT SENSITIVITY
Met deze functie kan de ingangsgevoeligheid van de monitor aan de bron (mengpaneel, geluidskaart, ...)
worden aangepast. Indien de aangesloten bron het audiosignaal via een niet-symmetrische uitgang verzendt,
moet de ingangsgevoeligheid van de monitor op -10 dBV worden ingesteld. Indien de aangesloten bron het
audiosignaal via een symmetrische uitgang verzendt, moet de ingangsgevoeligheid van de monitor op +4
dBu worden ingesteld.
3 - LF SHELVING
Met de LF SHELVING-potentiometer kunt u een correctie onder 250 Hz activeren of uitschakelen. Aanbevolen
wordt om de LF SHELVING-potentiometer op +2 dB in te stellen wanneer de akoestiek van de luisterruimte
dit frequentiebereik op natuurlijke wijze verzwakt. Aanbevolen wordt om de LF SHELVING-potentiometer
op 0 in te stellen wanneer de luisterruimte akoestisch neutraal is. Aanbevolen wordt om de LF SHELVING-
potentiometer op -2 dB in te stellen, als de speakers dichtbij een muur of hoek staan.
4 - LMF EQ
Met deze potentiometer kan het niveau van de lage middenfrequenties worden geregeld. De middenfrequentie
is 160 Hz en de Q-factor is 1. Dit kan worden gecorrigeerd over een bereik van +/- 3 dB. Deze correctie is erg
handig als de monitor op een console is geïnstalleerd. Met deze instelling kan de reflectie die door de console
wordt gegenereerd worden verminderd.
5 - HF SHELVING
Met de HF SHELVING-potentiometer kunt u een correctie vanaf 4,5 kHz activeren of uitschakelen. Aanbevolen
wordt om deze op +2 dB in te stellen wanneer de akoestiek van de luisterruimte dit frequentiebereik op
natuurlijke wijze verzwakt (dof geluid). Aanbevolen wordt om deze op 0 in te stellen wanneer de luisterruimte
akoestisch neutraal is. Aanbevolen wordt om deze op -2 of -3 dB in te stellen wanneer de akoestiek van de
luisterruimte dit frequentiebereik op natuurlijke wijze versterkt (blinkend geluid).