b) Voorbereiding voor Gebruik
Schroef de dop van de bewaarfles (11)
•
open door deze linksom te draaien en
verwijder deze.
•
Schuif de dop van de sonde af en zet
terzijde. Probeer geen bewaaroplossing
te morsen.
•
Spoel de elektrode af met schoon,
gedestilleerd water en dep droog met
een niet-schurend, pluisvrij doekje.
Sluit de BNC-connector (8) aan op de ingang (6) op de meter.
•
10. Opmerkingen m.b.t. kalibratie
a) Algemeen
•
De eigenschappen van uw elektrode zullen met verloop van tijd veranderen. U kunt
uw meter volgens de elektrode kalibreren door bufferoplossingen te meten waarvan de
pH-waarde al bekend is.
•
Het meetapparaat ondersteund 5 voorgeprogrammeerde standaard pH-buffers (1,68, 4,01,
7,00, 10,01, 12,45)
Bufferoplossingen pH 1,68 en 12,45 zijn niet inbegrepen.
•
Deze 5 standaard bufferoplossingen zullen automatisch door de meter worden herkend
wanneer u deze gebruikt.
•
U kunt tot 3 hellingpunten gebruiken voor de kalibratie:
- pH 7 (noodzakelijk)
- pH 4,01 of 1,68 (één punt onder pH 7)
- pH 10,01 of 12,45 (één punt boven pH 7)
•
Gebruik een geschikte thermometer (niet inbegrepen) om de temperatuur te meten.
•
U dient een handmatige temperatuurcompensatie "MTC" op de meter in te voeren zodat de
temperaturen van de buffer- en testoplossing overeenkomen.
64