Montage en installatie
Configuratie van het Aerogen Solo-systeem
Voer voor gebruik een functietest uit op de Aerogen Solo, zoals beschreven
in het hoofdstuk Functietest in deze handleiding (zie pagina 130).
Afbeelding 2. Montage van het Aerogen Solo-systeem
1. Sluit de Aerogen Solo aan op het T-stuk door de vernevelaar stevig op
het T-stuk te drukken.
2. Plaats de Aerogen Solo en het T-stuk in het beademingscircuit.
Opmerking: raadpleeg afbeelding 11, 12 en 13 voor gebruik met
andere accessoires.
3. Sluit de Aerogen Pro-X-controller aan op de Aerogen Solo door middel
van de kabel van de vernevelaar.
4. Sluit de Aerogen Pro-X-netspanningsadapter aan op de Aerogen Pro-X-
controller voor gebruik op netvoeding (de primaire bedieningsmodus).
5. Steek de adapter in het stopcontact.
6. Voor draagbare toepassingen kan de Aerogen Pro-X-controller
met batterijen worden gebruikt. Als de oplaadbare batterij geheel is
opgeladen, kan deze het systeem gedurende maximaal 45 minuten
van stroom voorzien. Als de netvoeding wordt onderbroken, schakelt
de controller automatisch over naar werking op de batterij.
112
Aerogen®