Montage en installatie
Configuratie van het Aerogen Solo-systeem
Voer voor gebruik een functietest uit op de Aerogen Solo, zoals beschreven in
het hoofdstuk Functietest in deze handleiding (zie pagina 176).
Afbeelding 2. Montage van het Aerogen Solo-systeem
1. Sluit de Aerogen Solo aan op het T-stuk door de vernevelaar stevig op het
T-stuk te drukken.
2. Plaats de Aerogen Solo en het T-stuk in het beademingscircuit.
Opmerking: Raadpleeg Afbeelding 13, Afbeelding 14 en Afbeelding 15
voor gebruik met andere accessoires.
3. Sluit de Aerogen Pro-X-controller aan op de Aerogen Solo met de kabel van
de vernevelaar.
4. Sluit de Aerogen Pro-X-netspanningsadapter aan op de Aerogen Pro-X-
controller voor gebruik op netvoeding (de primaire gebruiksmodus).
5. Steek de adapter in het stopcontact.
6. Voor draagbare toepassingen kan de Aerogen Pro-X-controller met
batterijen worden gebruikt. Als de oplaadbare batterij geheel is opgeladen,
kan deze het systeem gedurende maximaal 45 minuten van stroom
voorzien. Als de netvoeding wordt onderbroken, schakelt de controller
automatisch over naar werking op de batterij.
152
Aerogen®