Steek de onderste buisverbindingsstukken van de apparaatgreep in de daar-
voor bestemde openingen aan de zijkant van de behuizing. Neem een kruiskop-
schroevendraaier en bevestig de apparaatgreep met de bevestigingsschroeven.
6.2. Grasopvangbak monteren
Plaats de greep van de grasopvangbak eerst in de
achterste uitsparingen van de deksel van de gras-
opvangbak en druk totdat de greep hoorbaar vast-
klikt. Daarna het andere uiteinde van de greep van
de grasopvangbak in de voorste uitsparingen tot-
dat de greep hoorbaar vastklikt.
Plaats vervolgens de deksel met het achterste deel
eerst op het onderstuk van de grasopvangbak. Let
er daarbij op dat de 2 nokjes in de 2 vergrendelin-
gen vallen. Druk de deksel op het achterste onder-
stuk totdat het hoorbaar vastklikt.
Plaats daarna de complete deksel op het onderstuk. Let er daarbij ook hier op dat
de 6 nokjes in de 6 vergrendelingen vallen. Druk de deksel op het onderstuk tot-
dat het hoorbaar vastklikt.
Let erop dat het onderstuk correct in de geleidin-
gen voor op de deksel past.
Houd nu de grasopvangbak aan de greep vast,
houd de klep van de grasopvangbak (3) omhoog
en plaats de bak onder een kleine benedenwaart-
se hoek in de grasmaaier. Let er daarbij op dat de
grasopvangbak vast op de borgnokken zit.
Als u de grasopvangbak weer wilt verwijderen, tilt
u deze iets omhoog en trekt u de bak in achter-
waartse richting naar buiten.
6.3. Verlengsnoer aansluiten
Gebruik uitsluitend verlengsnoeren met een aderdoorsnede van minimaal 1,0
2
mm
, die zijn goedgekeurd voor gebruik buitenshuis.
Steek het netsnoer van het apparaat in de koppeling van het verlengsnoer.
Leid het verlengsnoer door de kabelgeleiding (9) om een te hoge trekbelasting
te vermijden.
62 van 98