8.1. Gras maaien
Maai altijd parallel aan de gazonbegrenzing.
Maai het gras tot een lengte die niet korter is dan een derde van de grashoogte
om beschadiging van de planten te vermijden.
8.1.1. Maaien op oneffen terrein
Let er bij het maaien op hellingen op dat u stevig staat.
Maai niet op overmatig steile hellingen van meer dan 15%.
9. Apparaat reinigen
GEVAAR!
Gevaar voor letsel.
Reinig het apparaat alleen terwijl het is uitgescha-
keld en de stekker uit het stopcontact is verwijderd.
Controleer of het mes tot stilstand is gekomen.
WAARSCHUWING!
Spanningvoerende onderdelen. Hierbij bestaat ge-
vaar voor een elektrische schok.
Dompel het apparaat nooit onder in water of andere
vloeistoffen. Spuit het apparaat niet af met water.
Reinig het apparaat nooit wanneer de stekker in het
stopcontact zit.
Maak het apparaat na ieder gebruik schoon. Ingedroogde grasresten zijn later
moeilijk te verwijderen.
Gebruik geen agressieve reinigingsmiddelen. Hiermee kan het oppervlak wor-
den beschadigd.
Houd de ventilatieopeningen vrij van vuil.
Reinig het apparaat met een doek of een zachte borstel.
DE
FR
NL
EN
65 van 98