6. Montage en ingebruikname
Reinig, voordat u het apparaat gaat gebruiken, alle losse onderdelen (deksel,
spatbescherming en roergereedschap), alsmede de aluminiumschaal in het ap-
paraat met een zachte doek en een huishoudelijk afwasmiddel. Laat alles goed
drogen.
Plaats de ijsmachine op een vlakke, niet-glijdende en hittebestendige onder-
grond.
Monteer het motorblok aan de deksel.
Breng de spatbescherming op de deksel aan.
Bevestig het roergereedschap aan de spatbescherming.
Vul de ijsmachine.
Plaats de compleet gemonteerde deksel op de behuizing, zodat het roergereed-
schap zich in de aluminiumschaal bevindt.
Het apparaat is nu gebruiksklaar.
Dit apparaat wordt aangedreven door een elektromotor. Hierbij kan tij-
dens het eerste gebruik geurvorming ontstaan. Dit is normaal en wijst er
niet op een defect aan het apparaat. Zorg voor voldoende ventilatie.
6.1. Gebruik van de ijsmachine
Vul de aluminiumschaal van de ijsmachine met bijvoorbeeld 100 ml melk, 100
ml room en drie eetlepels suiker.
Gebruik de meegeleverde maatbeker of lepel voor dosering van de ingrediënten.
Let op de vulhoeveelheid van 300 ml.
Plaats de afdekking met motorblok en roergereedschap op de ijsmachine.
Steek de stekker in een correct geïnstalleerd stopcontact.
Zodra u de stekker in het stopcontact heeft gestoken, klikt er een signaal en licht
de toets rood op.
Selecteer het gewenste bereidingstype door op de toets Consumptie-ijs of Soft-
ijs te drukken. De toetsen lichten na activering groen op.
De ijsmachine begint nu met de bereiding.
De temperatuur in de aluminiumschaal wordt binnen twee uur tot -15 °C afge-
koeld.
Stop de ijsmachine voordat de ingestelde tijd is verstreken door op de stoptoets
te drukken.
Als de machine stilstaat kunt u nog extra ingrediënten, bv. aardbeien, toevoegen.
62 van 70