Ventilatiefunctie
De ventilatiefunctie van het apparaat biedt de volgende instelmogelijkheden:
Sleep
►
Minimale ventilatorsnelheid voor een vrijwel geruisloze werking en een
minimale luchtstroom. De verlichting van het ringlicht
uitgeschakeld.
Low
►
Lage ventilatorsnelheid voor geringe luchtstroom
High
►
Hoge ventilatorsnelheid voor sterke luchtstroom
Auto
►
Automatische aanpassing van de ventilatorsnelheid en daarmee van de
luchtstroom aan de actuele luchtkwaliteit (zie onderstaande tabel):
Luchtkwaliteit
goed
middelmatig
slecht
Druk, terwijl het apparaat in werking is, zo nodig meermaals kort op de toets
Ventilatiefunctie
selecteren. De geselecteerde instelling wordt op het bedieningspaneel
weergegeven en de toets Ventilatiefunctie
OPMERKING
De standaardinstelling van de ventilatiefunctie is Auto.
►
In de instelling Sleep kan de ioniseringsfunctie niet worden geactiveerd.
►
■
28
│
NL │ BE
Ventilatiesnelheid
minimaal
laag
hoog
r
om de gewenste instelling (Sleep, Low, High, Auto) te
w
is bij deze instelling
Kleur ringlicht
blauw
geel
rood
r
brandt.
1
SLR 30 A1