2. Borstel of schud het luchtfilter schoon. Gebruik een
reinigingsmiddel en water om het filter goed te
reinigen.
Let op:
Een luchtfilter dat lange tijd is gebruikt,
kan niet volledig worden gereinigd. Vervang het
luchtfilter regelmatig en vervang een defect luchtfilter
altijd.
3. Installeer het luchtfilter en controleer of het luchtfilter
strak aansluit op de filterhouder. (Fig. 100)
Let op:
U kunt verschillende soorten luchtfilters
gebruiken met uw product, afhankelijk van de
werkomstandigheden, het weer of het seizoen. Neem
voor meer informatie contact op met uw servicedealer.
De bougie controleren
OPGELET:
bougie. Zie
82 . Een onjuiste bougie kan leiden tot
schade aan het product.
1. Als het product lastig te starten of gebruiken is, of als
het product niet goed werkt bij stationair toerental,
controleer dan de bougie op afzettingen. Volg
onderstaande stappen om ongewenste afzettingen
op de elektroden van de bougie te voorkomen:
a) zorg dat het stationaire motortoerental correct is
afgesteld.
b) zorg dat het brandstofmengsel correct is.
c) zorg dat het luchtfilter schoon is.
2. Reinig de bougie als deze vuil is.
3. Controleer of de afstand tussen de elektroden juist
Technische gegevens op pagina 82 . (Fig.
is. Zie
101)
4. Vervang de bougie maandelijks of vaker, indien
nodig.
Zaagketting slijpen
Informatie over de geleider en zaagketting
WAARSCHUWING:
veiligheidshandschoenen wanneer u
onderhoud aan de zaagketting uitvoert of de
zaagketting gebruikt. Ook een zaagketting
die niet beweegt, kan verwondingen
veroorzaken.
Als het zaagblad of de zaagketting versleten of
beschadigd is, moet u deze vervangen door een door
Husqvarna aanbevolen combinatie van zaagblad en
zaagketting. Zo blijven de veiligheidsfuncties van het
Accessoires op pagina 83 voor
product behouden. Zie
een lijst met aanbevolen combinaties voor het
vervangen van het zaagblad en de zaagketting.
78
Gebruik de aanbevolen
Technische gegevens op pagina
Draag
•
Zaagbladlengte, inch/cm. Informatie over de lengte
van het zaagblad kunt u meestal vinden op het
achterste uiteinde van het zaagblad.
(Fig. 102)
•
Aantal tanden in het neuswiel (T).
(Fig. 103)
•
Steek van de ketting, inch. De afstand tussen de
aandrijfschakels van de zaagketting, moet
overeenkomen met de tandsteek van het neuswiel
en het kettingaandrijfwiel.
(Fig. 104)
•
Aantal aandrijfschakels (stuks). Het aantal
aandrijfschakels wordt bepaald door het type
zaagblad.
(Fig. 105)
•
Breedte geleidergroef, inch/mm. De breedte van de
groef in het zaagblad moet gelijk zijn aan de breedte
van de aandrijfschakels.
(Fig. 106)
•
Kettingolie-opening en opening voor
kettingstrekkerpen. De geleider moet aangepast zijn
aan het product.
(Fig. 107)
•
Breedte aandrijfschakel, mm/inch.
(Fig. 108)
Algemene informatie over het slijpen van
zaagtanden
Gebruik geen ongeslepen zaagketting. Als de
zaagketting bot is, dient u meer druk toe te passen om
de geleider door het hout te drukken. Als de zaagketting
zeer bot is, ontstaan er geen houtsnippers maar
zaagsel.
Een scherpe zaagketting zaagt door het hout en de
houtsnippers worden lang en dik.
De zaagtand (A) en de dieptesteller (B) samen vormen
het zagende deel van de zaagketting, de snijder. Het
hoogteverschil tussen de twee geeft de zaagdiepte
(instelling dieptesteller).
(Fig. 109)
Denk bij het slijpen van een zaagketting aan het
volgende:
•
Vijlhoek.
(Fig. 110)
•
Snijhoek.
(Fig. 111)
•
Vijlpositie.
(Fig. 112)
•
Diameter van de ronde vijl.
(Fig. 113)
1270 - 005 - 21.06.2021