b)Controleer regelmatig het voedingssnoer
van het apparaat, en laat dit in geval van
beschadiging vernieuwen door een erkend
vakman. Controleer de verlengsnoeren
regelmatig en vervang deze in geval van
beschadiging. Wordt het net- of ver-
lengsnoer tijdens het werk beschadigd,
dan mag u het niet aanraken. Trek de
stekker uit het stopcontact. Door bescha-
digde aansluit- en verlengkabels ontstaat
het risico van een elektrische schok.
c) Het gebruik van een lekstroombeveili-
gingschakelaar draagt bij aan de arbeids-
veiligheid.
1.2.4 Werkomgeving
a) Zorg voor een goede verlichting van het
werkgebied.
b)Zorg voor een goede ventilatie van de
werkomgeving. Door een slecht geven-
tileerde werkomgeving kan schade aan
de gezondheid ontstaan als gevolg van
stofbelasting.
1.2.5 Persoonlijke veiligheidsuitrusting
De gebruiker en personen die zich in de buurt
bevinden, moeten tijdens het gebruik van
het apparaat een geschikte veiligheidsbril,
een helm, oorbeschermers, werkhand-
schoenen en, wanneer ze geen stofafzuiging
gebruiken, een licht stofmasker dragen.
Veiligheidsbril
Helm
Oorbeschermers
dragen
dragen
dragen
Werkhand-
Licht
schoenen dra-
stofmasker
gen
dragen
Printed: 08.07.2013 | Doc-Nr: PUB / 5071332 / 000 / 01
2. Reglementair gebruik
Het apparaat is bestemd voor het zagen van
zacht en hard hout, gelaagd hout, spaanplaat,
kunststof en dergelijke. Het zagen van metaal is
niet toegestaan. De gebruiker van de machine is
aansprakelijk voor schade die ontstaat door
onjuist gebruik, zoals de machine aan het snoer
dragen, de stekker aan het snoer uit het stop-
contact trekken en gebruik van verkeerde zaag-
bladen. De veiligheidsinstructies en algemeen
geldende voorschriften ter voorkoming van onge-
vallen bij het werken met elektrisch gereedschap
moeten in acht worden genomen.
3. Gebruik / functies
Voor de inbedrijfname
Voor de inbedrijfname moet worden gecon-
troleerd of het zaagblad vast zit en moet de
instelling van de geleidingsplatt worden
gecontroleerd.
■ Pas op! Voor het instellen van de gelei-
dingsplatt de stekker uit het stopcontact trek-
ken. De dikte van de spleetbout moet kleiner
zijn dan de zaagbreedte van het zaagblad en
groter dan of gelijk aan de dikte van het cen-
trum.
Om veiligheidsredenen moet de geleidingsplatt
altijd worden gebruikt. Daardoor wordt voor-
komen dat het zaagblad vastgeklemd raakt. Het
instellen moet bij maximale zaagdiepte gebeu-
ren. Draai de schroeven 14 vast, stel de gelei-
dingsplatt 9 in (Afb.5) en draai de schroeven
14 weer vast.
■ Voor de inbedrijfname hulpstukken ver-
wijderen.
Inbedrijfname
■ Houd het apparaat tijdens het werken goed
vast en zorg ervoor dat u stevig staat.
■ Zet het apparaat alleen neer met gesloten
beschermkap.
De netspanning moet overeenkomen met de
waarde op het typeplaatje.
In- en uitschakelen van het apparaat
■ Pas op! Machine alleen inschakelen als
het zaagblad geen contact maakt met het
werkstuk.
Inschakelen: inschakelblokkering 17 en aan/uit-
schakelaar 18 tegelijk indrukken.
Uitschakelen: aan/uitschakelaar 18 loslaten.
De handcirkelzaag is voorzien van een auto-
matische zaagbladrem. Na het loslaten van de
in/uitschakelaar 18 begint het remproces on-
middellijk en komt het blad van de cirkelzaag
snel tot stilstand.
Bescherming van het zaagblad
■ Bescherm uw zaagblad tegen beschadigingen.
■ Leg het cirkelzaagblad nooit op een harde on-
dergrond. De hardmetalen tanden kunnen daar-
door beschadigd worden.
Het wisselen van zaagblad (Afb. 3)
■ Pas op! Voor het wisselen van zaagblad
de stekker uit het stopcontact trekken.
Het apparaat neerzetten op de strips aan de mo-
torkant. Om de zaagspil tijdens het monteren en
demonteren van het zaagblad te blokkeren houd
u met één hand de drukknop voor de spilver-
grendeling 10 ingedrukt.
Demonteren van het zaagblad (Afb. 5)
De binnenzeskantsleutel voor het losdraaien van
de flensschroef bevindt zich onder de motoraf-
dekking. Met de instelhendel voor de zaagdiep-
te 1 stelt u het apparaat op de zaagdiepte 0 in.
Draai (tegen de klok in) met de binnenzeskant-
sleutel 19 de schroef 11 eruit en neem de span-
flens 12 af (Afb. 3), klap de beschermkap 13 te-
rug, houd deze vast en verwijder het cirkel-
zaagblad.
Monteren van het zaagblad (Afb. 3/5)
Let nu bij het inzetten van het zaagblad op de
draairichting: de tanden en de pijl van het zaag-
blad moeten in dezelfde richting staan als de
pijl boven op de beschermkap. Steek vervol-
gens de spanflens 12 op en draai de schroef 11
vast. Controleer of de binnenste spanflens 7
goed zit en maak de oppervlakken vrij van hout-
spanen en ander vuil.
■ Vergelijk de gegevens van het zaagblad
met die van het apparaat.
4. Stofafzuiging
De stofafzuiging vergemakkelijkt de afzuiging
van zaagsel, vermindert de verspreiding van
zaagsel in de omgeving en voorkomt sterke ver-
vuiling. Sluit de externe afzuiginrichting aan als
u gedurende lange tijd werkt of materiaal be-
werkt waarbij stof kan ontstaan dat gevaarlijk
is voor de gezondheid. De afzuigadapter (15)
mag alleen worden gemonteerd als er een
externe afzuiging wordt gebruikt; anders kan
de uitlaat verstopt raken, vooral bij het zagen
van nat hout. De afzuigadapter van voren,
met de opening in de richting van het achter-
ste deel van de machine, invoeren tot deze vast-
klikt. Pas wanneer de verbinding merkbaar vast-
klikt zit de afzuiginrichting goed vast.
■ Neem de voorschriften ter voorkoming van
ongevallen in acht.
4.1 Arbeidsstappen bij verstopte afzuig-
adapter
1. Haal de stekker uit het stopcontact.
2. Reinig de afzuigadapter.
3. Controleer of bewegende delen van het gere-
edschap correct functioneren en niet vast-
klemmen en of onderdelen gebroken of zoda-
nig beschadigd zijn dat de werking van het
gereedschap nadelig wordt beïnvloed.
37