OPGELET:
5 in acht.
Om te voorkomen dat jonge kinderen in gevaar
komen, adviseren wij om dit apparaat zodanig te
installeren dat het onderste verwarmingselement
zich op een afstand van ten minste 600 mm boven
de vloer bevindt. (Fig. 4)
Installeer het apparaat niet:
- direct onder of voor een stopcontact of een
aansluitdoos (Fig. 6)
- in contact met de muur of met de vloer
- in de buurt van gordijnen, andere ontvlambare,
brandbare materialen of drukvaten.
Controleer of er geen leidingen of elektrische ka-
bels in de wand aanwezig zijn die tijdens de mon-
tage beschadigd kunnen worden.
3.1 BEVESTIGING OP DE MUUR
Zorg ervoor dat de schroeven en pluggen in de
doos met bevestigingsmiddelen geschikt zijn
voor het type muur waarop het apparaat wordt
geïnstalleerd. Voor eventuele vragen kunt u con-
personeel.
Zorg na installatie ervoor dat het netsnoer is losge-
koppeld van het stopcontact.
Zie voor de wandmontage, de instructies vanaf
pagina 225 in dit boekje.
Het apparaat is uitgerust met een sensor die het
openen van een eventueel raam dat zich in de buurt
van de handdoekradiator bevindt kan detecteren.
Voor de juiste werking van de functie "Open raam"
wordt geadviseerd de voorschriften vermeld in
Hfst. 4.5.2 te controleren en in acht te nemen alvo-
rens het apparaat op de muur te bevestigen.
3.2 VERPLAATSING VAN HET BEDIENINGSPANEEL
Als u vindt dat de positie van het bedieningspaneel niet ge-
schikt is, kunt u het verplaatsen met behulp van de vrije pen-
nen aan de achterkant van het apparaat
Het is raadzaam om dit te doen voordat het appa-
raat aan de muur wordt bevestigd, om een goede
montage en de werking van het Bedieningspaneel
te waarborgen.
Om het Bedieningspaneel te verplaatsen:
– draai de twee schroeven los (let op het Bedieningspaneel
niet te beschadigen of te laten vallen)
– verwijder de beschermdoppen van de gekozen pennen
– plaats het Bedieningspaneel en bevestig het met de bijbeho-
rende schroeven, let hierbij op het niet te beschadigen
– breng de beschermdoppen op de vrije pennen aan.
– controleer of het Bedieningspaneel en de Besturing cor-
rect communiceren.
OPGELET:
plaats het Bedieningspaneel zodanig dat het dis-
play naar de gebruiker en de infraroodzender naar
de Besturing is gericht.
3.3 ELEKTRISCHE AANSLUITING
OPGELET
De installatie moet uitgevoerd worden door een ge-
specialiseerd technicus en in overeenstemming met
de geldende voorschriften in het betreffende land.
Wanneer het apparaat geïnstalleerd wordt, dient
gecontroleerd te worden dat het niet elektrisch
gevoed wordt en dat de hoofdschakelaar geopend
is in de stand "O".
De voeding van het apparaat is 230 V ~ 50 Hz. Zorg
ervoor dat de voedingslijn aan de in tabel 1 vermel-
de gegevens is aangepast.
Zorg ervoor dat de voedingskabel is uitgerust met
een apparaat dat scheiding van het apparaat van
het net mogelijk maakt, inclusief de Stuurdraad,
indien aanwezig, volgens de huidige wetgeving.
Bij installatie in badkamers moet de elektrische lei-
ding voorzien zijn van een differentiaalbeveiliging
met hoge gevoeligheid met nominale differentiaal-
stroom van 30 mA. De voedingsleiding en de rege-
leenheid van de Stuurdraad moeten met dezelfde
differentiaalbeveiliging worden beschermd.
Breng de elektrische aansluiting binnen de aftak-
doos tot stand.
In geval van vochtige vertrekken (keuken, bad-
kamer), moet de aansluiting van het apparaat op
het circuit zich op minstens 25 cm boven de vloer
bevinden.
Neem het elektrische aansluitschema aangegeven
Als de Stuurdraad niet met de program-
meereenheid is verbonden, moet hij afge-
sloten en geïsoleerd worden. Sluit in geen
geval de Stuurdraad op de massa aan.
87
NL