9. Intrimmen van het model
Om het vlieggedrag gericht te kunnen beïnvloeden, snijd u
met een schaar of een scherp mes bij de richtingsroerklep
(1) en bij de beide hoogteroerkleppen steeds twee
overlangse sneden (2) in.
Nu kunt u de roerkleppen naar de zijkant of naar boven of
onderen bewegen en daarmee de roeren instellen.
Let op!
Gebruik voor de correctie van het zweefvlieg-
gedrag slechts minimale uitslagen.
Correcties bij het model:
A Hoogteroerkleppen naar beneden afstellen of zwaartepunt verder naar voren
B Juist vlieggedrag
C Hoogteroerkleppen naar boven afstellen of zwaartepunt verder naar achter verplaatsen
D Richtingsroerklep naar links afstellen
E Richtingsroerklep naar rechts afstellen
44
Afbeelding 11
Afbeelding 12