• Mengen van de brandstof
a) Dit werktuig maakt gebruik van een tweetaktmotor die
het mengen van benzine en tweetaktolie vereist.
Loodvrije benzine en olie voor tweetaktmotor mengen in
een schone recipiënt die gehomologeerd is voor benzine.
b) De motor is gecertificeerd om te werken met loodvrije
benzine voor auto's, met een octaangetal van 90 ([R + M]
/ 2) of meer.
c) Geen reeds bereide mengsels gebruiken van
tankstations zoals deze gebruikt in motorfietsen,
elektrische fietsen enz.
d) Een hoogwaardige zelfmengende tweetaktolie voor
luchtgekoelde motoren gebruiken. Geen olie voor auto's
of voor tweetaktbootmotoren gebruiken.
e) De brandstof zorgvuldig mengen voor elke
bevoorrading. Mengen in kleine hoeveelheden. Niet meer
brandstof mengen dan gebruikt zal worden binnen een
periode van 30 dagen. Het is aan te raden een
tweetaktolie te gebruiken die een brandstofstabilisator
bevat.
f) Alleen gehomologeerde containers gebruiken.
• Vullen van het reservoir
a) De omgeving van de vuldop schoonmaken om
verontreiniging van de brandstof te voorkomen.
b) De vuldop van het reservoir voorzichtig losdraaien om
de druk te laten ontsnappen en te vermijden dat
brandstof ontsnapt.
c) De vuldop nooit van het brandstofreservoir nemen of
brandstof toevoegen terwijl de motor blijft draaien. De
motor en de elementen van het uitlaatsysteem laten
afkoelen vooraleer de brandstof bij te vullen.
d) De brandstof voorzichtig in het reservoir gieten. Het
reservoir niet te hoog vullen. Morsen van brandstof
vermijden. De motor steeds uitzetten vooraleer u de
brandstof bijvult. Het reservoir van een machine nooit
vullen als de motor nog draait of heet is. Minstens 5 m
afstand nemen van het bevoorradingspunt voor u de
motor start. Niet roken !
e) De vuldop steeds opnieuw aanbrengen en goed
aandraaien na te hebben bijgevuld.
f) Als u brandstof morst, probeer dan niet de motor te
starten maar breng de machine uit de buurt van de
ongewilde morsplaatsen vooraleer te starten.
g) Nooit brandstof bijvullen in een gesloten ruimte.
h) Het werktuig of de brandstofcontainer nooit
onderbrengen in een lokaal waar zich een naakte vlam
bevindt zoals deze van een heetwatertoestel.
i) Als u het brandstofreservoir aftapt, is het aan te raden
dit in open lucht te doen.
6. Opbergen en onderhoud
a) Alle resten verwijderen van de machine, nagaan of
enig onderdeel beschadigd is, indien nodig laten
herstellen voor het volgende gebruik.
b) Zet het apparaat uit en haal de bougie uit voor u enige
onderhoudswerken uitvoert.
c) Gebruik uitsluitend wisselstukken en accessoires die
door de constructeur werden geleverd of worden
aanbevolen. Probeer het apparaat nooit zelf te herstellen.
Inderdaad, alle werken die niet zijn gestipuleerd in deze
handleiding moeten exclusief worden toevertrouwd aan
door ons goedgekeurde naverkoopservicestations.
d) De brandstof aftappen uit het reservoir, de
ontluchtingsschroef van het reservoir losdraaien zodat de
brandstof begint te stromen, de machine aanzetten en
deze laten draaien tot ze vanzelf stilvalt.
e) De bougie uitnemen en enkele druppels tweetaktolie in
de motor aanbrengen. 2 tot 3 maal aan het snoer van de
starter trekken, de bougie opnieuw inzetten tot het
verankeringspunt.
f) Antiroestproduct aanbrengen op de metalen delen
zoals de metalen gaskabel, de afdekkap over de
snijdinrichtingen aanbrengen en de machine binnen
opbergen beschut tegen vochtigheid.
d) Als men de machine stopzet om
onderhoudsverrichtingen uit te voeren, om te inspecteren
of voor opslag, de motor uitzetten, de kabel loskoppelen
van de bougie en zorgen dat alle mobiele delen stilstaan.
De motor laten afkoelen vooraleer enige inspectie,
afstelling enzovoort uit te voeren.
e) De machine opslaan op een plaats waar de
brandstofdamp geen naakte vlam of vonk kan bereiken.
De machine steeds laten afkoelen vooraleer deze op te
bergen.
f) Als men de machine vervoert of opbergt, moet steeds
de transportbescherming van de snijdinrichting worden
gemonteerd.
34