Signaalsterkte ‐ Het display toont een balkje dat de sterkte van het signaal aangeeft. Hoe sterker
het signaal, hoe langer het balkje.
DLS (dynamisch label segment)/Radiotekst ‐ Het station geeft een scrollend bericht weer over
het actuele programma.
Programmatype ‐ Dit beschrijft de stijl van het programma. Als de informatie niet beschikbaar is,
verschijnt er '<Programme type>' (Programmatype) op het display.
Tijd en datum ‐ De tijd en de datum worden automatisch door het radiotijdsignaal bijgewerkt.
Audiomodus ‐ Het display geeft weer of het station in stereo of mono wordt ontvangen.
Frequentie ‐ Het display toont de frequentie van het station dat uitzendt.
Audio bitrate ‐ Het display toont de digitale audio bitrate die wordt ontvangen.
6.
HET VOORPROGRAMMEREN VAN STATIONS
Deze functie maakt het mogelijk dat er tot 10 zenders in het geheugen kunnen worden
geprogrammeerd en dat deze worden opgeslagen in de DAB‐ en FM‐modi.
6.1 Volg de aanwijzingen hierboven om een radiostation te selecteren.
6.2 Houd de Preset (Voorinstelling) knop ingedrukt, totdat het display het knipperende Preset‐
nummer toont. (Fig. 8)
6.3 Druk op de Vooruit (
opslaglocatie te kiezen en druk op de Enter knop om te bevestigen. Het station dat op dat
moment uitzendt, is nu opgeslagen in de geselecteerde locatie (fig. 9).
6.4 Om nog meer stations op te slaan, houdt u de Preset‐knop ingedrukt en u drukt vervolgens
op de Vooruit (
Druk op de Enter‐knop om het station op te slaan.
6.5 Om naar een geprogrammeerd station te luisteren, drukt u eenmaal op de Preset knop en
vervolgens op de Vooruit(
ingestelde voorkeuzelocatie te selecteren. Wanneer de gewenste opslaglocatie wordt
weergegeven, drukt u op de Enter‐knop om de opgeslagen zender te kunnen beluisteren.
Als de voorinstelling niet is toegewezen, wordt 'Preset empty' (voorinstelling leeg) op het
display weergegeven (fig. 10).
7. ALARMFUNCTIE
Deze radio heeft een dubbele alarmfunctie en het is mogelijk om twee afzonderlijke wektijden in
te stellen. Dit alarm kan worden ingesteld om wakker te worden door een zoemtoon of door uw
favoriete station (DAB/FM). Het alarm kan worden ingesteld in stand‐by‐modus of tijdens het
gebruik.
7.1 Om het eerste alarm in te stellen, drukt u op de Alarm 1‐knop om de status van alarm 1
weer te geven. Gebruik de Vooruit (
(alarmstatus AAN) wordt weergegeven en druk op de Enter‐knop om naar de set‐up modus
te gaan.
7.2 Het display toont nu de huidige tijd, de wektijd en de uren van de wektijd knipperen. Druk
op de Vooruit (
weergegeven.
) of op de Achteruit (
) of op de Achteruit (
) of op de Achteruit (
) of op de Achteruit (
Fig. 8
) knop om de gewenste voorkeuze‐
Fig. 9
) knop, totdat u een lege opslaglocatie vindt.
) knop om de gewenste vooraf
Fig. 10
) of Achteruit (
) knop, totdat 'Alarm status ON'
) knop, totdat het juiste alarm‐uur wordt
18