Voorfilter vervan-
gen
De achter de luchtaanzuigopeningen gemonteerde voorfilters moe-
ten om de ca. 6–12 maanden worden vervangen. Als de voorfilters
verontreinigd zijn of als wordt vastgesteld dat het zuigvermogen te
laag is, moeten de voorfilters worden vervangen. De voorfilters kun-
nen via het inspectiepaneel onderaan de luchtreiniger worden ver-
vangen.
Trek de stekker uit het stopcontact en controleer of de luchtreiniger
spanningsvrij is.
Als u het apparaat heeft gebruikt voordat u de stekker eruit trekt,
wacht dan ca. 10 minuten, zodat het apparaat volledig afkoelt.
De behuizing kan direct na gebruik nog warm zijn.
Draai de schroeven van het inspectiepaneel op de achterkant van
de luchtreiniger los. Verwijder het inspectiepaneel en het erachter
liggende voorfilter.
2.
1.
1
2
3
a
Voorfilter (links) met montage-
plaat
b
Vingerbeveiliging
Draai de schroef in het midden (1.) los en klap de vingerbeveiliging
naar voren (2.).
Draai de schroeven op de montageplaten van de voorfilters los.
Verwijder de gebruikte voorfilters en verpak ze in een afsluitbare
zak.
4
3
2
1
a
Inspectiepaneel
b
Voorfilter (voor)
c
Voorfilter (onder)
nl - Reiniging en onderhoud
4
c
Voorfilter (onder) met montage-
plaat
d
Voorfilter (rechts) met montage-
plaat
5
d
Voorfilter (links)
e
Voorfilter (rechts)
163