Het apparaat koelt niet, de indicatie en verlichting branden.
Presentatielicht ingeschakeld.
In de verskoelruimte is het te warm of te koud.
De standaardinstelling is te hoog of te laag inge-
steld (bijv. bij vorst in de verskoelruimte).
--------
Storingen, wat te doen? nl
Zelftest starten.
~ "Zelftest apparaat" op pagina 106
Na afloop van het programma schakelt het apparaat
weer over op het normale gebruik.
U kunt de temperatuur in het verskoelvak 3 standen
warmer of kouder instellen. Als de temperatuur in
het koelvak op stand 0 is ingesteld, heeft het vers-
koelvak een temperatuur van omstreeks 0 °C.
Aanwijzing:
Een verandering van de standaardin-
stelling beïnvloedt de temperatuur in het koelvak en
het vriesvak.
Toets Super Vriesvak indrukken en ingedrukt
1.
houden totdat de indicatie Temperatuur koelvak
knippert.
Toets + / – indrukken om de instelling te wijzi-
2.
gen.
Stand –3 is de koudste instelling.
Stand +3 is de warmste instelling.
Na een minuut wordt de ingestelde stand opge-
slagen.
105