Temperatuur
De flitsereenheid mag worden gebruikt bij een temperatuur tussen 0 °C en 40
°C.
Stel de flitsereenheid niet bloot aan extreem hoge temperaturen (zoals direct
zonlicht in een auto) of aan een hoge luchtvochtigheid.
Om te voorkomen dat zich condens vormt op de flitser, plaatst u deze in een
afgesloten plastic zak wanneer u de flitser van een koude naar een warme
omgeving verplaatst. Laat de flitser opwarmen tot kamertemperatuur voordat u
deze uit de zak verwijdert.
Bij lagere temperaturen neemt de batterijcapaciteit af. Houd de camera en
reservebatterijen in een warme binnenzak wanneer u fotografeert bij koud weer.
Bij koud weer kan het lampje
lading in de batterijen over is. Batterijen winnen weer enige capaciteit terug
wanneer ze opwarmen tot de normale bedrijfstemperatuur.
Deze flitsereenheid is niet waterdicht. Neem voorzorgsmaatregelen zodat de
flitser niet in contact kan komen met water of zand wanneer deze bijvoorbeeld
wordt gebruikt aan het strand. Contact met water, zand, stof of zout kan een
storing veroorzaken.
Onderhoud
Verwijder de flitser van de camera. Maak de flitser schoon met een droge,
zachte doek. Als de flitser in contact is gekomen met zand, wordt het oppervlak
beschadigd als u dit afveegt. Het zand moet daarom voorzichtig verwijderd worden
met een blaaskwastje. Voor hardnekkige vlekken gebruikt u een doek die licht is
bevochtigd met een mild schoonmaakmiddel en veegt u de flitser vervolgens droog
met een droge, zachte doek. Gebruik geen sterke oplosmiddelen, zoals thinner of
benzeen, omdat deze de afwerking kunnen beschadigen.
gaan branden, zelfs wanneer er nog enige