3
Nadat u uw selecties hebt gemaakt, drukt u op de knop
flitser ON/OFF om de modus voor aangepaste instellingen
te verlaten.
Wanneer in de modus voor aangepaste instellingen een andere instelling
dan de standaardinstelling is geselecteerd, gaat het lampje CUSTOM op het
bedieningspaneel branden.
Wanneer "Alle modi" is geselecteerd (zie 2. Opnamemodi waarin
handmatig flitsen kan worden ingesteld), kunt u in alle opnamemodi
handmatig flitsen gebruiken.*
* Mogelijk wordt de juiste belichting alleen verkregen in de M-modus. Het
gebruik van de M-modus wordt daarom aanbevolen.
Als "Stappen van 1/2 EV" wordt geselecteerd voor item 3, gebruikt u de
grijze intensiteitswaarden op de onderste schaal van de draaiknoppen voor
handmatige flitserregeling. De halve-stopwaarden zijn niet op de schaal
aangebracht.
De intensiteitswaarden zijn 1/1, 1/1,4, 1/2, 1/2,8, 1/4, 1/5,6 en 1/8.
De geselecteerde instellingen blijven bewaard, zelfs als de flitsereenheid
wordt uitgeschakeld of de batterijen worden verwijderd.