8
Instelmodus
8.1
P1: Pijpafmetingen
Fig. 57Instelmodus - buisafmetingen
8.2
P2: Oppervlakte-invoer
Om de instellingsmodus te openen, moet u de
•
SET-toets langer dan 5 seconden ingedrukt
houden terwijl het apparaat is ingeschakeld.
•
Druk op de knop ▼ of ▲ om een parameter te
selecteren (P1 - P4)
Druk op de SET-toets om de geselecteerde
•
parameter op te roepen.
Druk nogmaals op de SET-knop om tussen de
•
opties te schakelen.
Druk op de REC knop om te bevestigen. Het
•
apparaat schakelt nu over naar de volgende
parameter (P1 - P4).
•
Om de instelmodus te verlaten en terug te
keren naar de normale meetmodus, druk op
de ESC knop.
Druk op de knop ▼ of ▲ om P1 te selecteren
•
(als dit nog niet is gebeurd):
De volgende invoeropties zijn beschikbaar:
-
Diameter (D)
-
Gebied (A/Area)
-
Lengte*Breedte (LW/Lengte.breedte)
Druk op de SET-toets om te schakelen tussen
•
de parameters diameter (D), oppervlakte
(A/Area) en lengte*breedte (LW).
Druk op de knop Rec om de parameter te
•
selecteren die u wilt oproepen.
Druk op de SET-toets om de parameter in te
•
stellen.
Druk op de ▼ of ▲ knop om de waarde in te
•
stellen.
•
Druk op de SET-toets om naar de volgende
instelmodus P2 te gaan.
Schakelaar zoals beschreven onder 8.1 naar
•
parameter P1, gebied (A) en bevestig met de
REC knop.
U bevindt zich nu in de P2-instelmodus.
•
Instelmodus
NL
105