SLIJPEN
1
Bevestig de slijpbeveiliging
1
aan het
gereedschap en lijn het uit zodat de
gebruiker tegen vonken wordt be-
schermd.
Let op! Zorg ervoor dat het gereed-
schap is uitgeschakeld en de stek-
ker uit het stopcontact is gehaald.
SLIJPWIEL MET VERDIEPT
3
MIDDENSTUK
Installeer het wiel met het verhoogde
midden naar de machine gericht. In-
stalleer de buitenflens
4
met de kleine
kant richting het slijpwiel.
SNIJDEN
1
Bevestig de slijpbeveiliging
2
aan het
gereedschap en lijn het uit zodat de
gebruiker tegen vonken wordt be-
schermd.
Let op! Zorg ervoor dat het gereed-
schap is uitgeschakeld en de stek-
ker uit het stopcontact is gehaald.
SNIJWIEL
3A
Installeer het snijwiel. Installeer de bui-
tenflens
4
met de grote kant richting
het snijwiel.
Draai de buitenflens met de sleutel
vast door op de asvergrendelknop
te drukken.
DRAAIHENDEL
1
Druk de draaihendel om de achter-
greep te ontgrendelen.
54
NL
2
Sluit de ontgrendelingshendel van de
afscherming. Zet de slijpbeveiliging
goed vast met de steeksleutel.
Draai de buitenflens met de sleutel
vast door op de asvergrendelknop
te drukken.
2
Sluit de ontgrendelingshendel van de
afscherming. Zet de snijdbeveiliging
goed vast met de steeksleutel.
SNIJWIEL MET VERDIEPT
3 B
MIDDENSTUK
Installeer het wiel met het verhoogde
midden naar de machine gericht. In-
stalleer de buitenflens
4
met de grote
10
kant richting het snijwiel. Draai de bui-
tenflens met de sleutel vast door op de
asvergrendelknop
10
te drukken.
2
Draai de hendel 90° in de gewenste
positie, zodat de twee pijlen naar el-
kaar wijzen.
Let op! Zorg ervoor dat het handvat
goed op zijn plaats is vergrendeld.
1. 1.
1
1
2. 2.
3
10
1. 1.
1
2
2. 2.
3A
3a
1
2
1. 1.
2. 2.
2
1. 1.
2. 2.
3B
2
NL
55