5.1 Montage blaasbuis (afbeelding 3a/b)
De lengte van de blaasbuis kan al naargelang uw
eisen 3-traps worden ingesteld. Steek de blaas-
buis op de motoreenheid. De groef (A) moet daar-
bij in de geleiding (B) worden geschoven. Door
hem naar rechts te draaien wordt de blaasbuis bij
bereiken van het eindpunt aan de motoreenheid
gefi xeerd.
Opgelet! De buis moet tot aan het bereiken
van de aanslag worden gedraaid, om een ze-
kere vergrendeling te garanderen.
5.2 Montage draagriem (fi g. 3c/3d)
Bevestig de draagriem aan het oog aan het mo-
torhuis. Leg de draagriem over uw schouder en
stel de lengte zo in, dat u het apparaat gemakke-
lijk kunt leiden.
Voorzichtig: Draag de riem zo, dat de klikslu-
iting altijd binnen handbereik is. In geval van
nood kan het apparaat door de kliksluiting
(fi g. 3d, pos. B) te openen snel worden afge-
nomen.
5.3 Montage van de accu (afbeelding 4)
Druk zoals te zien in fi g. 4a op de grendelknop
(fi g. 4, pos. C) van de accu en schuif de accu in
de daartoe voorziene houder. Zodra de accu de
positie bereikt zoals getoond in fi g. 11 op het vast-
klikken van de grendelknop letten! De montage
van de accu gebeurt in omgekeerde volgorde.
5.4 Laden van de accu (fi g. 5a)
1. Accupack uit het apparaat nemen. Daarvoor
de grendeltoets indrukken.
2. Vergelijk of de netspanning vermeld op het
typeplaatje overeenstemt met de beschikbare
netspanning. Steek de netstekker van de la-
der in het stopcontact. De groene LED begint
te knipperen.
3. Steek de accu op de lader.
4. Onder punt 11 „Indicatie lader" vindt u een
tabel met de betekenissen van de LED-indi-
catie aan de lader.
Tijdens het laden kan de accu wat warm worden.
Dat is echter normaal.
Mocht het laden van het accupack niet mogelijk
zijn, controleer dan
•
of op het stopcontact de netspanning voor-
handen is
•
of een perfect contact aan de laadcontacten
voorhanden is.
Anl_GP_LB_36_230_Li_E_BL_SPK13.indb 68
Anl_GP_LB_36_230_Li_E_BL_SPK13.indb 68
NL
Indien het laden van het accupack altijd nog niet
mogelijk is, stuur dan
•
de lader
•
en de accu pack
naar onze klantenservice.
Voor een deskundige verzending verzoeken
wij u contact op te nemen met onze klan-
tendienst of het verkooppunt waar u het ap-
paraat heeft aangekocht.
Zorg er bij de verzending of verwerking van
accu's resp. het accu apparaat voor dat deze
afzonderlijk worden verpakt in plastic zakken,
om kortsluitingen en brand te vermijden!
In het belang van een lange levensduur van de
accupack is het raadzaam om op tijd voor het
herladen van de accupack te zorgen. Dit is in elk
geval noodzakelijk, wanneer u vaststelt dat het
vermogen van het apparaat afneemt. Ontlaad de
accupack nooit helemaal. Dat leidt tot een defect
van de accupack!
5.5 Accu-capaciteitsindicatie (afbeelding 5b)
Druk op de schakelaar voor accu-capaciteitsindi-
catie (A). De accu-capaciteitsindicatie (B) signa-
leert de laadtoestand van de accu aan de hand
van 3 LEDs.
Alle 3 LEDs branden:
De accu is vol geladen.
2 of 1 LED(s) branden:
De accu beschikt over voldoende restlading.
1 LED knippert:
De accu is leeg, laad de accu op.
Alle LEDs knipperen:
De temperatuur van de accu is te laag. Verwijder
de accu van het apparaat en laat de accu één
dag liggen bij ruimtetemperatuur. Als de fout
opnieuw optreedt, dan werd hij diep ontladen en
is hij defect. Neem de accu van het apparaat. Een
defecte accu mag niet meer gebruikt resp. gela-
den worden.
- 68 -
24.10.2024 08:27:32
24.10.2024 08:27:32