Gebruikershandleiding
DAGELIJKS GEBRUIK
DE KOOKPLAAT IN UITSCHAKELEN AAN/UIT
Druk ongeveer 1 seconden op de aan-toets om de kookplaat in te schakelen.
Druk op dezelfde toets om de kookplaat uit te schakelen en alle kookzones
worden uitgeschakeld.
PLAATSING
Vind de gewenste kookzone met behulp van de positiesymbolen.
Bedek de symbolen van het bedieningspaneel niet met pannen.
Let op: In de kookzones in de buurt van het bedieningspaneel is het
raadzaam om pannen binnen de markeringen te houden. Dit geldt zowel
voor de bodem als voor de bovenrand van de pannen, die vaak breder is.
Hierdoor wordt oververhitting van het touchpad voorkomen. Voor grillen of
frituren gebruikt u zo mogelijk de achterste kookzones.
KOOKZONES INSCHAKELEN/UITSCHAKELEN EN KOOKVERMOGENS REGELEN
De kookzones inschakelen:
Druk op de toets "+" of "−" van de gewenste kookzone om deze in te schakelen
en het vermogen af te stellen. Het niveau wordt weergegeven bij de zone,
samen met het indicatorlampje dat de actieve kookzone aangeeft. De toets "P"
kan gebruikt worden om de snelle verwarming functie (Booster) te selecteren.
FUNCTIES
UITBREIDBARE ZONE DUBBELE ZONE
Op basis van de diameter van de recipiënt wordt de zone automatisch
aangepast, en gedeeltelijk (binnenzone) of volledig (buitenzone) ingeschakeld.
Raadpleeg voor meer informatie de tabel met de minimumdiameters.
BELANGRIJK: Zet de pot zo neer dat het midden ervan overeenkomt met het
midden van de gebruikte bereidingszone (zoals hieronder afgebeeld).
6
SENSE
TH
De "6
Sense"-toets schakelt de speciale functies in.
th
Plaats de pan en selecteer de kookzone.
Druk op de "6
Sense"-toets. Op het display van de geselecteerde zone verschijnt "A".
th
Het lampje voor de eerste beschikbare speciale functie voor de kookzone gaat
branden.
Selecteer de gewenste speciale functie door één of meerdere malen op de
"6
Sense"-toets te drukken.
th
De functie is ingeschakeld zodra de toets
Om een andere speciale functie te selecteren, drukt u op "OFF" en vervolgens op
de toets "6
Sense" om de gewenste functie te kiezen.
th
Druk op "OFF" om de speciale functies uit te schakelen en terug te keren naar de
handmatige modus.
P
ter bevestiging is ingedrukt.
OK
3 sec
De kookzones uitschakelen:
Druk op de toets "OFF" links naast de vermogenafstelling.
OK
TOETSENBLOKKERING
3 sec
Om de instellingen te vergrendelen en te voorkomen dat de kookplaat onbedoeld
wordt ingeschakeld, druk 3 seconden op de OK/Toetsenvergrendelingsknop.
Een geluidssignaal en een waarschuwingslampje boven het symbool geven
aan dat de functie is ingeschakeld. Het bedieningspaneel is vergrendeld,
met uitzondering van de uitschakelfunctie (
bedieningen te deactiveren, herhaalt u de activeringsprocedure.
KOOKWEKKER
Er zijn twee kookwekkers - één controleert de linker kookzones, de
ander controleert de rechter kookzones.
De kookwekker inschakelen:
Druk op de toets "+" of "−" om de gewenste tijd op de kookzone in
gebruik in te stellen. Een indicatorlampje wordt ingeschakeld naast het
speci eke symbool
. Wanneer de ingestelde tijd is verstreken, klinkt er
een geluidssignaal en wordt de kookzone automatisch uitgeschakeld.
De tijd kan op elk willekeurig ogenblik gewijzigd worden, en verschillende
kookwekkers kunnen gelijktijdig ingeschakeld worden.
Indien 2 timers aan eenzelfde zijde van de kookplaat tegelijkertijd worden
ingeschakeld, dan knipper de "Indicator van de zoneselectie" en de bijbehorende
geselecteerde bereidingstijd wordt weergegeven op het centrale display.
De kookwekker uitschakelen:
Druk tegelijk op de toetsen "+" en "−" totdat de kookwekker is uitgeschakeld.
INDICATOR VAN DE KOOKWEKKER
Deze led (wanneer AAN) geeft aan dat de kookwekker voor de kookzone is ingesteld.
Het vermogen dat door speciale functies wordt gebruikt is vooraf ingesteld en
kan niet worden gewijzigd.
SMELTEN
Met deze functie kunt u het voedsel op de ideale smelttemperatuur brengen
en de toestand van het voedsel handhaven zonder het risico dat het aanbrandt.
Deze methode is ideaal, omdat delicate voedingsmiddelen zoals chocolade
niet worden aangetast en niet aan de pan blijven plakken.
WARMHOUDEN
Met deze functie kunt u uw voedsel op een ideale temperatuur houden,
doorgaans na de bereiding, of kunt u vloeisto en langzaam in laten koken.
Ideaal om het voedsel op een perfecte temperatuur te serveren.
SUDDEREN
Deze functie is ideaal om een suddertemperatuur te handhaven, waarmee u voor
een lange periode voedsel kunt bereiden zonder het risico dat het aanbrandt.
Ideaal voor langere bereidingen (rijst, sauzen, braadstukken) met bijbehorend vocht.
KOKEN
Met deze functie kunt u water aan de kook brengen en laten doorkoken met
minder energieverbruik.
Vul de pan met ongeveer 2 liter water (het liefst op kamertemperatuur).
In alle gevallen worden gebruikers geadviseerd om het kokende water goed in
het oog te houden en de resterende hoeveelheid water regelmatig te controleren.
We raden aan om een deksel te gebruiken om de kooktijd te optimaliseren,
bij gebruik van grote pannen of een hoeveelheid water van meer dan 2 liter.
NL
). Om de blokkering van de