MONTAGESTAPPEN
Voor verdere montage instructies zie einde handleiding.
I
Montage veer:
1. Plaats het H1 (5) element tussen de eerste en tweede rol van de veer (G). Let op de juiste positionering van de beugel
(zie punt 5).
2. Plaats het H1 (4) element tussen de tweede en derde veerrol. Kantel een hoek H1 (4) element en plaats het in het H1
(5) element. Duw het geheel totdat het geblokkeerd is. Let op de juiste positionering van de beugel (zie punt 5).
3. Plaats het H2 (7) element tussen de eerste en tweede rol van de veer. Let op de juiste positionering van de beugel (zie
punt 5).
4. Assembleer vanaf de onderkant van veerelementen H1 (6) en H2 (8).
5. Voordat u doorgaat naar punt 6, controleert u of alle beugels correct zijn geplaatst. Markeringen op alle beugels moeten
zich aan de binnenkant van de veer bevinden, dit in de richting van het dichtstbij gelegen uiteinde van de veer. Ove-
reenkomstige tekening nr. 5 toont de juiste plaatsing van de beugel en voorbeelden van verkeerde positioneringen.
6. Monteer de veer met het anker (I) met behulp van 4x hardware set (H3). Draai de moeren vast met de ratelsleutel.
7. Plaats het H1 (5) element tussen de eerste en tweede rol van de veer (G) (vanaf de bovenkant bekeken). Let op de
juiste positionering van de beugel (zie punt 11).
8. Plaats element H1 (4) tussen de tweede en derde winding van de veer (van bovenaan beginnen te tellen). Draai en
steek element H1 (4) in Element H1 (5). Druk vast zodat de elementen geblokkeerd zitten. Let op de juiste positionering
van de beugel (zie punt 11).
9. Plaats het H2 (7) element tussen de eerste en tweede rol van de veer (kijkend vanaf de bovenkant). Let op de juiste
positionering van de beugel (zie punt 11).
10. Monteer vanaf de bovenkant van veerelementen H1 (6) en H2 (8).
11. Voordat u doorgaat naar punt 12, controleert u of alle beugels correct zijn geplaatst. Markeringen op alle beugels
moeten zich aan de binnenkant van de veer bevinden, dit in de richting van het dichtstbij gelegen uiteinde van de veer.
Overeenkomstige tekening nr. 11 toont de juiste plaatsing van de beugel en voorbeelden van verkeerde positionerin-
gen.
12. Monteer de veer met wipframe (D) met behulp van 4x hardware set (H3). Draai de moeren vast met de ratelsleutel.
IIa Plaatsing veer en plat anker:
1. Zoek een geschikte locatie om het veerdier te plaatsen. Zie FIG II. Hou er rekening mee dat de betonnen ondergrond
na montage moet worden voorzien van een valdempende ondergrond. Het gebruik van rubberen tegels is hier aan te
raden.
2. Plaats de verankering (I-a) horizontaal in de gewenste positie en markeer de gaten.
3. Boor de 4 gaten 90 mm diep.
4. Verwijder resterend afval en stof uit de geboorde gaten.
5. Plaats de 4 slagankers (J) door de betonverankering in de gaten.
6. Draai de moeren van de 4 slagankers (J) aan met de ratelsleutel.
IIb Plaatsing veer en betonanker:
1. Zoek een geschikte locatie om het veerdier te plaatsen. Zie FIG II. Graaf geen gaten in losse grond of zand. De onder-
grond moet stabiel en stevig zijn om voldoende steun te bieden.
2. Graaf een gat voor de verankering (I-b). Het gat moet onderaan 700 mm breed zijn en 400 mm diep.
3. Maak de bodem van het gat vlak, en stamp aan met de voeten. Plaats de grondverankering (I-b) loodrecht in het gat.
Hiervoor kan je best een waterpas gebruiken. Dek het wipframe (D) af om het te beschermen tegen krassen en plaats
een zware (bak)steen op het frame om het op zijn plaats te houden.
4. Meng voldoende beton om het gat te vullen. Volg hiervoor de aanwijzingen van de fabrikant. Giet het beton in het gat.
Let erop de veer en de bovenkant van de bovenplaat vrij van beton te houden. Controleer de loodrechte stand van de
veer met een waterpas.
5. Laat het beton een nacht rusten alvorens naar stap 6 te gaan.
6. Bedek het zichtbare beton met grond zodat het grondniveau weer helemaal vlak is en voorzie de bodem van de juiste
ondergrond (zand, gras, houtsnippers,...).
III Montage van het veerspeeltuig:
Opmerking: We raden aan om de schroefdraden in te smeren met een smeermiddel (F) voor roestvrij stalen schroeven
voordat u het toestel gaat monteren. Verwijder het overschot smeermiddel.
1. Plaats de zitplaat (C) op het wipframe (D). Plaats de handgreep (A) in de inkepingen van de zitplaat (C). Bevestig
vervolgens de voetsteunen (B) aan de onderkant van de draagbalk (D). Gebruik de gereedschapset (E) om alle onder-
delen te monteren.
Opmerking: Voorzie de bodem onder het veerspeeltuig van de juiste ondergrond!
10
montagestappen
NL
p. 22 - 25
p. 26
p. 27
p. 28