NL
• Nooit te grote of te kleine werkstukken bewerken.
• Draag tijdens werkzaamheden met de hoekslijper
continu een beschermingsbril, gehoorbescher-
ming, beschermingshandschoenen en een stof-
masker.
• Draag geschikte werkkleding, draag geen wijde
kleding of sieraden waardoor u eventueel door
beweegbare onderdelen kunt worden vastgegre-
pen. Wij adviseren antislip schoeisel. Draag bij
lang haar een haarnetje.
• Gebruik nooit handen of voorwerpen om de slijp-
schijf tegen te houden.
• Slijpwerkzaamheden geven vonken. Controleer
of er geen ontvlambare materialen in de werkom-
geving aanwezig zijn. Vonken kunnen verf, glas
en overige oppervlakken beschadigen. Draag
geen kleding van nylon of polyester, maar
geschikte, zwaar ontvlambare werkkleding.
• Grijp nooit in het werkbereik van de slijpschijf.
• Let altijd op de snijdiepte, anders bestaat het
gevaar dat de werktafel wordt beschadigd.
• Controleer voor gebruik en tijdens het gebruik
regelmatig of alle schroeven goed zijn bevestigd.
Controleer de houder regelmatig op eventuele
schade. Door trillingen kunnen schroeven tijdens
het gebruik lostrillen. Gebruik uw slijphouder niet
als u enige schade constateert.
• Controleer of de slijpschijf van uw hoekslijper
horizontaal op de grondplaat is gemonteerd.
• Apparaat nooit zonder veiligheidsafdekking
gebruiken.
• De veiligheidsafdekking moet dusdanig worden
ingesteld, dat een vonk- of deeltjesvlucht in de
richting van de gebruiker kan worden voorkomen.
• Symbolen die op het apparaat staan, mogen niet
worden verwijderd of worden afgedekt. Onlees-
bare instructies op het apparaat moeten direct
worden vervangen.
Voor ingebruikname gebruiksaanwijzing le-
zen en in acht nemen.
Persoonlijke veiligheidsvoorziening
Bij werkzaamheden met krachtige stofont-
wikkeling dient u een stofmasker te dragen.
Bij werkzaamheden met het apparaat een
stofbril dragen.
Bij werkzaamheden met krachtige geluids-
ontwikkeling dient u gehoorbescherming te
dragen.
Bij werkzaamheden met het apparaat dient
u veiligheidshandschoenen te dragen.
Lange haren bedekken of evt. een haarnet-
je dragen.
Montage
Leveringsomvang
Aanwijzing: Hoe uw apparaat er daadwer-
kelijk uitziet, kan van de afbeeldingen afwij-
ken.
• Grondplaat met spanblokken
36
• Zwenkarm
• Zakje met kleine onderdelen
• Gebruiksaanwijzing
Slijphouder monteren
Zie afbeeldingen in het voorste deel van de
gebruiksaanwijzing.
1. Zwenkarm met inbusschroeven (1), en onderleg-
schijf (2) op grondplaat vastschroeven.
2. Handgreep (3) met zeskantmoer (4) aan de
zwenkarm bevestigen.
3. Beide handgrepen (5) met opnamen (6) en inbus-
schroeven (7) aan de zwenkarm bevestigen.
Schroeven (7) eerst alleen handvast aandraaien.
4. Instelschroeven M10 × 70 (8) en M10 × 48 (9)
samen met instelmoeren (10) in zwenkarm ste-
ken.
5. Beugel (11) in de betreffende opening in de zwen-
karm steken en met de inbusschroef (12) vast-
schroeven.
6. Veiligheidsklep (13) op beugel steken en met
moer (14) vastschroeven.
Hoekslijper monteren
Zie afbeeldingen in het voorste deel van de
gebruiksaanwijzing.
– Grondplaat met twee geschikte schroeven op
werkbank vastschroeven.
7. Hoekslijper met passend bevestigingsmateri-
aal (15) zoals in de afbeelding bevestigen.
A = M10; B = M8; C = M6. Schroeven alleen
handvast aandraaien.
8. Hoekslijper met instelschroeven (8) en (9) hori-
zontaal op de grondplaat uitlijnen. Contramoe-
ren (16) vastdraaien.
9. Vrijloop van de slijpschijf in de slijpopening con-
troleren.
Indien nodig inbusschroeven (1) losdraaien,
zwenkarm in juiste positie schuiven en inbus-
schroeven weer vastdraaien.
Bediening
GEVAAR! Risico op letsel! Vóór de werk-
zaamheden met het apparaat moet de
gebruiker de gebruiksaanwijzing van de
hoekslijper hebben gelezen en begrepen.
GEVAAR! Risico op letsel! Veiligheids-
klep van de hoekslijper niet verwijderen.
Het apparaat mag alleen met de juiste inge-
stelde veiligheidsklep worden gebruikt.
GEVAAR! Risico op letsel! Apparaat vóór
gebruik enkele seconden bij nulbelasting
laten draaien. Bij optreden van trillingen
direct de slijplichamen vervangen.
Voor het inschakelen controleren!
Controleer de veilige toestand van het apparaat:
– Controleer of er geen zichtbare defecten zijn.
– Controleer of alle onderdelen van het apparaat
stevig zijn gemonteerd.