Wanneer mag het apparaat niet worden gebruikt?
■ Kinderen, slapende of bewusteloze personen alsook dieren mogen niet worden be
handeld met het apparaat.
■ Het apparaat mag niet worden gebruikt in geval van koorts en fysieke aandoenin
gen / tandaandoeningen.
■ Het apparaat niet gebruiken terwijl u bent aangesloten op medische apparaten, bijv.
ECGapparatuur.
■ Het apparaat niet gebruiken tijdens de zwangerschap of kort na de bevalling.
■ Niet gebruiken onder invloed van alcohol.
■ De volgende personen mogen het apparaat uitsluitend gebruiken na overleg met een
arts:
– dragers van een pacemaker of soortgelijke medische implantaten,
– personen met hartaandoeningen of personen die aan epilepsie lijden,
– personen met pijn in de kuiten,
– personen die aan doorbloedingsstoornissen of trombose lijden,
– personen die aan diabetes lijden,
– personen die een operatie hebben ondergaan, waarvan de behandeling nog niet
is afgesloten,
– personen die onder invloed van geneesmiddelen staan,
– personen die behoren tot een risicogroep resp. onzeker zijn betreffende hun
gezondheid.
■ Het apparaat niet gebruiken in de buurt van resp. op:
– het hoofd,
– lichaamsdelen die kort geleden geopereerd werden of littekens hebben,
– verwondingen en zwellingen,
– acne, moedervlekken en wratten,
– huidziekten, ontstoken, verbrande (ook door zon) geïrriteerde of zeer gevoelige
huid,
– botten en gewrichten,
– borstkas in de buurt van het hart,
– schaamstreek,
– gevoelloze lichaamsdelen.
Als u onzeker bent of het apparaat mag worden gebruikt, met een verantwoordelijk arts
overleg voeren.
03211_de-en-fr-nl_GM_A5_V4.indb 53
03211_de-en-fr-nl_GM_A5_V4.indb 53
53
19.04.2024 09:31:25
19.04.2024 09:31:25