Om veiligheidsredenen is de aan/uit-schakelaar (8) van uw gereedschap voorzien van een veiligheidsknop
(9).
1. Druk op de veiligheidsknop om het gereedschap te ontgrendelen.
2. Om het gereedschap te laten werken, drukt u op de aan/uit-schakelaar (8). Zodra de aan/uit-
schakelaar wordt losgelaten, wordt de veiligheidsschakelaar automatisch geactiveerd om onbedoeld
starten van de machine te voorkomen. Schakel het gereedschap niet in of uit als het zaagblad het
werkstuk of andere materialen raakt. Bedien de spilvergrendeling niet terwijl het gereedschap draait.
Het vasthouden en geleiden van het gereedschap
1. Houd het gereedschap vast bij de hoofdhandgreep en de voorste handgreep (1) om de zaag goed te
geleiden.
2. Voor een optimaal resultaat klemt u het werkstuk van onder naar boven.
3. Volg de lijn die op het werkstuk is getekend met behulp van de markering.
4. Bij een schuine hoek van 45 graden volgt u de lijn die op het werkstuk is getekend met behulp van de
markering.
5. Leid het snoer weg in lijn met de achterkant van het gereedschap.
3.4.
Reiniging en onderhoud
a)
Haal de stekker uit het stopcontact en laat het apparaat volledig afkoelen voor elke reiniging, afstelling
of vervanging van accessoires, of als het apparaat niet wordt gebruikt.
•
Wacht tot de draaiende elementen stoppen.
b)
Gebruik alleen niet-corrosieve reinigingsmiddelen om het oppervlak te reinigen.
c)
Na het reinigen van het apparaat moeten alle onderdelen volledig worden gedroogd alvorens het
opnieuw te gebruiken.
d)
Bewaar het toestel op een droge, koele plaats, vrij van vocht en directe blootstelling aan zonlicht.
e)
Spuit het apparaat niet af met een waterstraal en dompel het niet onder in water.
f)
Zorg dat er geen water in het apparaat komt via openingen in de behuizing van het apparaat.
g)
Maak de ventilatieopeningen schoon met een borstel en perslucht.
h)
Het apparaat moet regelmatig worden geïnspecteerd om de technische doeltreffendheid ervan te
controleren en eventuele schade op te sporen.
i)
Gebruik een zachte doek voor het schoonmaken.
j)
Gebruik voor het schoonmaken geen scherpe en/of metalen voorwerpen (bijv. een staalborstel of een
metalen spatel) omdat deze het oppervlaktemateriaal van het apparaat kunnen beschadigen.
k)
Reinig het apparaat niet met een zure substantie, middelen voor medische doeleinden, verdunners,
brandstof, olie of andere chemische stoffen, omdat dit het apparaat kan beschadigen.
VERWIJDERING VAN GEBRUIKTE APPARATEN:
Gooi dit apparaat niet in gemeentelijke afvalsystemen. Lever het in bij een recycling- en verzamelpunt voor
elektrische apparaten. Controleer het symbool op het product, de gebruiksaanwijzing en de verpakking. De
kunststoffen die voor de bouw van het apparaat zijn gebruikt, kunnen overeenkomstig hun markering
worden gerecycleerd. Door te kiezen voor recycling levert u een belangrijke bijdrage aan de bescherming
van het milieu.
Neem contact op met plaatselijke autoriteiten voor informatie over plaatselijke recycling.
NL