Publicité
OPBOUW VAN DE LEICA M OBJECTIEVEN
Alle Leica M-objectieven vertonen in principe dezelfde uiterlijke opbouw: er
is een diafragma-instelring (4), een instelring voor de afstand (5) en een vast-
staande ring (6) met index voor de afstandsinstelling (6a), een scherptediep-
teschaal (6b) evenals een roode indexknop voor het wisselen van objectief
(6c).
Bovendien beschikt de Leica Summilux-M 1:1,4/50 mm ASPH. over een inge-
bouwde, uittrekbare tegenlichtkap (2), die in de werkstand is te vergrendelen.
In de bajonetflens bevindt zich een 6-bit streepjescode-objectiefdetectie (7)
die de camerabehuizing objectiefgegevens geeft voor afstemming op het
belichtingsmeetsysteem van de digitale Leica M-modellen en de beeldgege-
vens optimaliseert van het gerelateerde objectieftype.
INSTELLEN VAN DE SCHERPTE
De scherpte wordt met de afstandsring (5) ingesteld. De vingeruitsparing (5a)
zorgt hierbij voor snel en gemakkelijk werken.
SCHERPTEDIEPTE
De schaal (6b) op de vaststaande ring (6) toont het bereik van de scherpte-
diepte voor de ingestelde afstand. Er wordt telkens afgelezen van de betref-
fende verticale lijngedeelten die met de diafragmawaarden zijn gemarkeerd.
30
Publicité
