Anleitung RBK_1745_SPK2:_
Algemene richtlijnen voor het vellen van bomen
(fig. 11)
Normaal worden bij het vellen 2 hoofdsneden
toegepast: inkepen (C) en velsnede (D).
Begin met de bovenste kerfsnede (C) aan de
overkant van de valzijde van de boom (E). Let er op
bij de onderste snede niet de diep de boomstam in te
snijden.
De inkeping (C) mag niet te diep zijn zodat een
verankeringspunt (F) van voldoende breedte en dikte
gewaarborgd is. De inkeping moet breed genoeg zijn
om het neerkomen van de boom zo lang mogelijk te
controleren.
Let op! Ga nooit voor een boom gaan staan die
ingekeept is. Breng de velsnede (D) aan de andere
kant van de boom aan, ca. 3-5 cm boven de
onderkant van de inkeping (C).
Zaag de boomstam nooit helemaal door. Er moet
altijd een verankeringspunt blijven staan. Het
verankeringspunt houdt de boom op zijn plaats. Als
de boom helemaal wordt doorgezaagd kunt u de
valrichting niet meer controleren.
Steek een wig of een velhefboom de snede in nog
voordat de boom onstabiel wordt en begint te
bewegen. Op die manier kan de geleiderail niet in de
velsnede worden vastgeklemd als u de valrichting
verkeerd heeft geschat. Verbiedt toeschouwers de
toegang tot het gebied waar de boom gaat
neerkomen voordat u hem omverduwt.
Let op! Voordat u de definitieve snede uitvoert,
dient u er zich van te vergewissen dat geen
toeschouwers, dieren of hindernissen op de plaats
aanwezig zijn waar de boom neerkomt.
Velsnede
1. Voorkom het vastklemmen van de geleiderail of
de ketting (B) in de snede d.m.v. houten of
plastiek wiggen (A). Wiggen controleren
eveneens het vellen (fig. 12).
2. Is de diameter van het te snijden hout groter dan
de lengte van de geleiderail, maakt u twee
sneden zoals getoond in de figuur (fig. 13).
Let op! Als de velsnede het verankeringspunt
nadert, begint de boom te vallen. Zodra de boom
begint neer te komen trekt u de zaag de snede uit,
stopt u de motor, legt u de kettingzaag neer en verlaat
u de plaats via het terugtrekpad (fig. 10).
04.05.2007
15:14 Uhr
Seite 35
Verwijderen van takken
Takken worden van de gevelde boom verwijderd.
Verwijder de steuntakken (A) pas als de stam op
lengte is gesneden (fig. 14). Takken waarop spanning
staat dienen van beneden naar boven te worden
gesneden zodat de kettingzaag niet kan worden
vastgeklemd.
Let op! Snij nooit takken van de boom terwijl u
op de boomstam staat.
Op lengte snijden
Snij een gevelde boomstam op de juiste lengte. Let
erop dat u veilig staat en ga aan de bovenkant van de
stam gaan staan als u op een helling zaagt. De stam
moet indien mogelijk ondersteund zijn zodat het af te
snijden einde niet op de grond ligt. Als de beide
einden van de stam ondersteund zijn en u in het
midden moet snijden, maak dan een halve snede van
boven door de stam en vervolgens de snede van
beneden naar boven. Daardoor voorkomt u het
vastklemmen van de geleiderail en de ketting in de
stam. Let er goed op dat de ketting bij het op maat
snijden niet de grond in snijdt want daardoor wordt de
ketting snel bot. Ga bij het op maat snijden altijd aan
de bovenkant van de helling gaan staan.
1. Stam over de totale lengte ondersteund: snij
van boven en let er goed op niet de grond in te
snijden (fig. 15A).
2. Stam aan slechts één uiteinde ondersteund:
snij eerst 1/3 van de stamdiameter van beneden
naar boven om het afbreken te voorkomen. Snij
dan van boven naar de eerste snede toe om het
vastklemmen te vermijden (fig. 15B).
3. Stam aan de beide uiteinden ondersteund:
snij eerst 1/3 van de stamdiameter van boven
naar beneden om het afbreken te voorkomen.
Snij dan van beneden naar de eerste snede toe
om het vastklemmen te vermijden (fig. 15C).
Aanwijzing: Om een boomstam op lengte te snijden
gebruikt u best een zaagbok. Is dit niet mogelijk is het
aan te raden de stam op te tillen of te ondersteunen
m.b.v. stronken van takken of via steunblokken. Zorg
ervoor dat de te snijden stam veilig is ondersteund.
Op lengte snijden op een zaagbok (fig. 16)
Voor uw veiligheid en om het zaagwerk te
vergemakkelijken is de juiste positie vereist om de
stam recht naar beneden op lengte te snijden.
A. Hou de zaag met de beide handen vast en leidt
ze tijdens het snijden rechts aan uw lichaam
voorbij.
B. Hou de linkerarm zo recht mogelijk.
C. Verdeel uw gewicht op beide voeten.
NL
35