OBJ_BUCH-432-004.book Page 71 Monday, July 6, 2009 8:15 AM
De optimale pendelbeweging voor de gewenste
toepassing kunt u proefondervindelijk bepalen.
Daarbij gelden de volgende adviezen:
– Hoe fijner en schoner de zaagrand moet wor-
den, hoe kleiner de pedelbeweging moet
worden ingesteld, of deze moet eventueel
helemaal worden uitgeschakeld.
– Schakel bij de bewerking van dunne materia-
len (bijv. metaalplaat) de pendelbeweging uit.
– Werk in harde materialen (bijv. staal) met
een kleine pendelbeweging.
– In zachte materialen en bij het zagen van
hout in de richting van de nerf kunt u met
maximale pendelbeweging werken.
Verstekhoek instellen (zie afbeelding C)
De voetplaat 8 kan voor verstekzaagsneden tot
45° naar rechts of naar links worden gedraaid.
Draai de schroef 16 los en duw de voetplaat 8
iets in de richting van het zaagblad 10.
Voor het instellen van nauwkeurige verstekhoe-
ken heeft de voetplaat rechts en links vastklik-
punten bij 0° en 45°. Draai de voetplaat 8 vol-
gens de schaalverdeling 15 in de gewenste
stand. Andere verstekhoeken kunt u met een
hoekmeter instellen.
Duw vervolgens de voetplaat 8 tot aan de aan-
slag in de richting van het netsnoer.
Draai de schroef 16 weer vast.
Het antisplinterplaatje 14 kan bij het verstekza-
gen niet worden gebruikt.
Voetplaat verstellen (zie afbeelding D)
Voor het zagen tot aan opstaande randen kunt u
de voetplaat 8 naar achteren verplaatsen.
Draai de schroef 16 met de inbussleutel 5 volle-
dig naar buiten.
Til de voetplaat 8 op en verplaats deze zo, dat de
schroef 16 in het achterste schroefdraadgat 18
kan worden gedraaid.
Duw de voetplaat 8 tot deze vastklikt in de rich-
ting van de positioneernok 17. Draai vervolgens
de schroef 16 vast.
Zagen met een verplaatste voetplaat 8 is alleen
mogelijk met een verstekhoek van 0°. Boven-
dien mogen de parallelgeleider met de cir-
kelsnijder 21 (toebehoren) en het antisplinter-
plaatje 14 niet worden gebruikt.
Bosch Power Tools
Spanenblaasvoorziening
Met de luchtstroom van de spanenblaasvoorzie-
ning 6 kan de zaaglijn vrij van spanen worden ge-
houden.
Spanenblaasstand I:
klein blaaseffect voor werkzaamheden in
metaal en gebruik van koel- en smeer-
vloeistof.
Spanenblaasstand II:
matig blaaseffect voor werkzaamheden
in materiaal met geringe spaanafname,
zoals hardhout.
Spanenblaasstand III:
groot blaaseffect voor werkzaamheden in
materiaal met grote spaanafname zoals
zachthout en kunststof.
Ingebruikneming
Let op de netspanning! De spanning van de
stroombron moet overeenkomen met de ge-
gevens op het typeplaatje van het elektri-
sche gereedschap. Met 230 V aangeduide
elektrische gereedschappen kunnen ook
met 220 V worden gebruikt.
In- en uitschakelen
Als u het elektrische gereedschap wilt inschake-
len drukt u op de aan/uit-schakelaar 3.
Als u de ingedrukte aan/uit-schakelaar 3 wilt
vastzetten, druk u op de vastzetknop 4.
Als u het elektrische gereedschap wilt uitscha-
kelen laat u de aan/uit-schakelaar 3 los. Als de
aan/uit-schakelaar 3 vergrendeld is, drukt u de
schakelaar eerst in en laat u deze vervolgens los.
Aantal zaagbewegingen regelen of vooraf
instellen (GST 85 PBE/GST 2000)
Door toe- of afnemende druk op de aan/uit-
schakelaar 3 kunt u het aantal zaagbewegingen
van het ingeschakelde elektrische gereedschap
traploos regelen.
Lichte druk op de aan/uit-schakelaar 3 heeft een
klein aantal zaagbewegingen tot gevolg. Met
toenemende druk wordt het aantal zaagbewe-
gingen groter.
Nederlands | 71
1 609 929 S92 | (6.7.09)