6.1 Verwarmingsfuncties
Standaardverwarmingsfuncties
Hetelucht
Voor het braden van vlees en het bakken van
cakes. Stel een lagere temperatuur in dan bij
koken met boven + onderwarmte, omdat de
ventilator de warmte gelijkmatig verdeelt in de
oven.
Boven + onderwarmte
Voor het bakken en roosteren op één ovenni‐
veau.
Pizza-functie
Om pizza en andere gerechten te bakken die
van onderaf meer warmte nodig hebben.
Circulatiegrill
Voor het braden van grote stukken vlees of
gevogelte met bot op één niveau. Voor grati‐
neren en bruinen.
Magnetronfuncties
Ontdooien
Ontdooien van verschillende soorten gerech‐
ten, vermogensbereik: 100 - 200 W
Opwarmen
Vermogensbereik voor het opwarmen van
vooraf bereide maaltijden: 300 - 700 W
Magnetron
Opwarmen, koken, vermogensbereik: 100 -
1000 W
Combimagnetronfuncties
Circulatiegrill + magnetron
Voor het braden van grote stukken vlees op
één rekpositie. Voor gratineren en bruinen.
De functie met MW-boost, vermogensbereik:
100 - 600 W.
Hetelucht + magnetron
Bakken op één rekstand. De functie met MW-
boost, vermogensbereik: 100 - 600 W.
De lamp kan tijdens sommige
verwarmingsfuncties automatisch
uitschakelen als de temperatuur onder de
80 °C komt.
Er zijn extra verwarmingsfuncties
beschikbaar in het submenu: Kook- En
Bakassistent. Raadpleeg het hoofdstuk
'Dagelijks gebruik', Kook- En Bakassistent.
Zie voor algemene aanbevelingen voor
energiebesparing het hoofdstuk 'Energie-
efficiëntie', Energiebesparingtips.
6.2 Instellen: Verwarmingsfuncties
1. Draai aan de knop van de
verwarmingsfuncties om een
verwarmingsfunctie te selecteren.
2. Draai aan de regelknop om de
temperatuur in te stellen.
3. Druk op
.
Snel opwarmen - houd ingedrukt om de
verwarmingstijd te verkorten. Het is alleen
beschikbaar voor een aantal
verwarmingsfuncties. De ventilator kan
automatisch worden ingeschakeld.
6.3 Instelling: Magnetronfuncties
1. Verwijder alle accessoires uit de oven.
2. Plaats de glazen bodemplaat van de
magnetron.
3. Plaats het voedsel in het apparaat.
4. Draai aan de knop voor de
verwarmingsfuncties om de
magnetronfunctie te selecteren.
5. Druk op
om te beginnen met de
standaardinstellingen.
Het display toont: duur en
magnetronvermogen.
6. Draai aan de regelknop om de duur aan
te passen. Druk op
7. Druk op
om het magnetronvermogen te wijzigen.
Druk op
.
Je kunt de instellingen tijdens het koken
aanpassen.
De maximale tijd van de magnetronfuncties is
afhankelijk van het door jou ingestelde
magnetronvermogen:
Magnetronvermogen
(W)
100 - 600
> 600
.
. Draai aan de regelknop
Maximumtijd (min)
59:55
7
NEDERLANDS
11