AM – PM
Geeft de urenmodus weer.
ON – OFF
Geeft de schakeltoestand aan:
ON = inschakeltijd, OFF = uitschakeltijd.
De schakeltijd is alleen in de programmafunc-
tie zichtbaar.
Gebruiksmodus-functie
Er wordt een verschil gemaakt tussen de
volgende gebruiksmodi:
AUTO = Automatische programmamodus,
ON = continu gebruik AAN,
OFF = continu gebruik UIT.
Programmafunctie
Met deze functie kunnen de in- en uitschakel-
tijden voor de aangesloten verbruiker worden
ingesteld.
22
23
NL/BE
51