5.2
Boren
Omdat de boorstaander geen deel uitmaakt van de leveringsomvang wordt hier alleen op enkele
belangrijke zaken met betrekking tot het gebruik gewezen.
Neem a.u.b. de bedrijfshandleiding van de boorstaander in acht.
Manieren van bevestiging
Bevestiging met pluggen, vacuümbevestiging, stutten.
De meest gebruikte manier van bevestigen is het bevestigen met pluggen. Gebruik indien mogelijk
metalen pluggen. De diameter van de pluggen mag daarbij niet kleiner zijn dan 12 mm.
Let bij vacuümbevestiging op dat het vacuüm hoog genoeg is. Zorg ervoor dat de afdichtringen niet
versleten zijn. Let op dat de boorstaander alleen strak vastzit wanneer de afdichtring boven de
nivelleerschroeven op de voet van de boorstaander ontspannen is.
Stel de hoeveelheid water met de kogelkraan (1a) zo in, dat het losgeboorde materiaal volledig uit de
booropening wordt gespoeld.
U spoelt te weinig wanneer rond de booropening boorslib wordt gevormd. W erk met voldoende
aandrukkracht. Wanneer deze te gering is, neigen de diamanten tot "polijsten". In dit geval wordt de
aanvoersnelheid steeds minder, totdat er niets meer wordt afgeslepen.
Dit kan alleen worden verholpen door de diamantsegmenten met een SiC-slijpsteen "bij te slijpen".
Let op, dat de boorkroon niet trilt, omdat de diamanten daardoor uit de binding worden getrokken.
Bij het doorboren van ijzerbewapening moet u de aandrukkracht eventueel verhogen, en daarbij naar de
eerstvolgende lagere versnelling terugschakelen.
Mocht het boorgereedschap vastgeklemd raken, probeer dan niet dit motorisch los te maken door de
machine in- en uit te schakelen. Schakel de machine onmiddellijk uit en maak de boorkroon los door met
een passende gaffelsleutel naar rechts en links te draaien. Trek daarbij de machine voorzichtig uit het
boorgat.
6.
O N D E R H O U D
Trek voor het begin van onderhouds- of reparatiewerkzaamheden altijd de stekker uit het
contact.
Reinig de machine na beëindiging van de boorwerkzaamheden. Maak daarbij ook de tap voor de
bevestiging van de boorkroon schoon en vet deze in.
Reinig de machine met een droge of vochtige doek en niet met een waterstraal. Zorg ervoor dat er geen
water in de machine of in de schakelkast komt. Let op dat de ventilatiegleuven altijd schoon zijn.
In geval van een beschadigde PRCD of kabel mag de PRCD, de kabel of de stekker enkel in een
bevoegde werkplaats (www.weka-elektrowerkzeuge.de) gerepareerd of vervangen worden.
6.1
Oliebadtransmissie
Na de eerste 100 bedrijfsuren moet de transmissieolie worden ververst. Laat dit in een werkplaats door
een vakman doen, of ga als volgt te werk:
De machine loodrecht in de bankschroef spannen.
De drie inbusbouten (pos. 161) verwijderen.
De motor met tussendeksel (pos. 2) optillen.
De transmissieolie verversen, daarbij alleen originele transmissieolie gebruiken (E-nr.: 9030001). De
vulhoeveelheid bedraagt 300 - 310 ml.
Bij de montage in omgekeerde volgorde te werk gaan en erop letten, dat de pasring (pos. 150) zich op de
aanvoeras? (pos. 196) bevindt.
ATTENTIE: Bij lekkage van transmissieolie, de machine onmiddellijk buiten werking stellen. Door een
olietekort kan de transmissie worden beschadigd.
40