Verdeel de levensmiddelen voor eenmalig gebruik in porties om ontdooide producten
niet opnieuw te hoeven invriezen.
Zet 2 tot 3 uur voor het inleggen van verse, in te vriezen levensmiddelen de tempera-
tuurregelaar (6) in de stand MAX. Zet na het inleggen van verse, in te vriezen levens-
middelen de temperatuurregelaar (6) afhankelijk van de gewenste duur van bewaring
bijvoorbeeld in de stand NORMAL (zie "1 1.2. Temperatuurregeling" op blz. 57).
Neem de volgende instructies in acht om besmetting van levensmiddelen te voorkomen:
Als u de deur van de vriesruimte (2) gedurende langere tijd open laat staan, kan de
temperatuur in de verschillende gedeelten van het apparaat aanzienlijk stijgen.
Reinig oppervlakken die met levensmiddelen en toegankelijke afvoersystemen in aan-
raking komen regelmatig.
Nieuw in te vriezen levensmiddelen mogen niet in aanraking komen met al ingevroren
producten. Als u dagelijks levensmiddelen wilt invriezen, moet u mogelijk de hoeveel-
heid in te vriezen producten beperken.
Levensmiddelen moeten afhankelijk van hun soort en gevoeligheid worden bewaard in
de juiste vrieszone, zie afb. A.
De door de levensmiddelenfabrikanten aanbevolen bewaartijden mogen niet worden
overschreden. Wanneer geen gegevens beschikbaar zijn, moeten levensmiddelen niet
langer dan drie maanden worden bewaard.
Verpak de levensmiddelen in reukvrij, lucht- en vochtdicht en vet- en loogbestendig
verpakkingsmateriaal om kruiscontaminatie te voorkomen.
− Polyethyleenfolie en aluminiumfolie zijn het meest geschikt.
− De verpakking moet dicht zijn en strak om de levensmiddelen heen zitten.
− Gebruik geen glazen verpakkingen, omdat glas kan springen.
In de vriesruimte (5) kan fruit worden ingevroren en kunnen ijsblokjes worden ge-
maakt.
Zorg ervoor dat de vriesruimte (5) niet te vol zit, omdat een optimaal vriesvermogen
dan niet gewaarborgd is en het energieverbruik toeneemt.
Tekenen van vocht of opzwellen van de diepvriesverpakking wijzen erop dat de le-
vensmiddelen niet correct zijn bewaard of getransporteerd en eventueel zijn bedor-
ven. Controleer vóór consumptie of de levensmiddelen nog eetbaar zijn.
13.1. Het ijsblokjesbakje gebruiken
Reinig het ijsblokjesbakje (niet meegeleverd) vóór het eerste gebruik grondig.
Vul het bakje met drinkwater.
Zet het ijsblokjesbakje horizontaal in het onderste vriesvak.
Zodra de ijsblokjes bevroren zijn en u ijsblokjes nodig hebt, haalt u het ijsblokjesbakje
uit het vriesvak en drukt u de ijsblokjes uit de vorm.
Nederlands -59