Schroef het onderste scharnier aan de linkerkant opnieuw vast. Draai het stelpootje (3)
aan de rechterkant in (zie afb. H).
Zet het apparaat weer rechtop. Houd hierbij de deur van de vriesruimte (2) een beet-
je vast.
Controleer voordat u het bovenste scharnier weer vastschroeft of de deur van de vries-
ruimte (2) bij het sluiten horizontaal en verticaal is uitgelijnd met de behuizing van het
apparaat, zodat alle afdichtingen sluiten.
Plaats vervolgens het bovenste scharnier weer terug en schroef het scharnier met de
drie schroeven vast. Gebruik een steeksleutel om de schroeven vast te draaien (zie
afb. I).
Plaats de scharnierafdekking en de schroefafdekking terug (zie afb. J).
Let op: de deurafdichting past zich na een paar uur aan de nieuwe deuraan-
slag aan.
Wanneer het apparaat tijdens het transport of bij het wijzigen van de deur-
aanslag meer dan 40° wordt gekanteld, mag het pas na 4 uur weer op het
stroomnet worden aangesloten en worden ingeschakeld, zodat het koelmid-
delcircuit kan stabiliseren.
10.2. Apparaat plaatsen
Zet het apparaat neer op een daarvoor geschikte plaats (zie ook hoofdstuk "3.3.1.
Plaats van gebruik" op blz. 44).
Zet het apparaat waterpas en vang oneffenheden in de vloer op door de pootjes (3)
in of uit te draaien.
Zet de vrieskast recht met een waterpas.
Om de deur van de vriesruimte (2) helemaal te kunnen openen, moet er een ruimte met de
onderstaande afmetingen beschikbaar zijn.
ca. 30 cm
ca. 51 cm
56 - Nederlands
ca. 5 cm
5cm
5 cm
ca. 88 cm
ca. 98 cm