5. BEDIENINGEN
Toets
Druk op toets Functies
A
Kort
B
Kort
Lang bij alle belas-
tingen (motor en
verlichting)
schakeld
C
Kort
Lang
Lang bij alle belas-
tingen (motor en
verlichting)
schakeld
-
-
D
Kort
Lang
E
Kort
Lang
28
Uitschakeling van de motor.
Inschakeling van de motor bij eerste snelheid.
De alarmen verzadiging Filters en defecte lamp worden gereset. Led's A + C + D
uitge-
Inschakeling van de motor bij de tweede snelheid.
Functie 24h
Inschakeling/Uitschakeling van de motor in de modus Luchtverver-
sing 24h. Deze functie stelt de motor in op de eerste snelheid, voor
een afzuiging met een interval van 10 minuten on en 50 minuten off.
Kan niet geactiveerd worden als de functies Intensief of Delay actief
zijn.
De functie wordt uitgeschakeld door op dezelfde toets te drukken, of
door de motor uit te schakelen.
Activeert/Deactiveert het alarm van de Koolstoffilters.
uitge-
Signaleert het alarm verzadiging Metalen Vetfilters en de noodzaak
ze te wassen. Het alarm wordt geactiveerd na 99 werkelijke be-
drijfsuren van de afzuigkap.
Signaleert het alarm verzadiging Koolstof Geurfilter. Het alarm
wordt geactiveerd na 200 werkelijke bedrijfsuren van de afzuigkap.
Schakelt de motor in bij derde snelheid.
Schakelt de motor in bij de Intensieve snelheid.
Deze snelheid heeft een duur van 6 minuten. Na het verstrijken van
deze tijd keert het systeem automatisch terug naar de eerder gese-
lecteerde snelheid. Als de functie geactiveerd wordt bij uitgescha-
kelde motor, wordt na het verstrijken van de tijd overgegaan naar de
modus OFF.
Wordt gedeactiveerd door op dezelfde toets te drukken, door op
een willekeurige toets snelheid te drukken of door de motor uit te
schakelen.
Inschakeling/Uitschakeling verlichting bij maximale intensiteit.
Functie Delay
Activering/Deactivering van de functie Delay, de automatische uit-
gestelde uitschakeling van de motor en van het verlichtingssysteem
na 30 minuten.
Kan niet geactiveerd worden als de functie Intensief of 24H actief is.
De functie wordt uitgeschakeld door op dezelfde toets te drukken, of
door de motor uit te schakelen.
Led
Uit
De leds A + B bran-
den.
knipperen 1 keer.
De leds A + C bran-
den.
Functie actief: de
leds A + B branden
en de led C knip-
pert.
Alarm geactiveerd:
de leds A + B knip-
peren 2 keer.
Alarm
gedeacti-
veerd: de leds A + B
knipperen 1 keer.
De led knippert.
De led C knippert.
De leds A + D bran-
den.
De led A brandt en
de led D knippert.
Aan/Uit
De leds A + B of C
of D knipperen.