Kennismaking met
het apparaat
De laatste bladzijde met de afbeeldingen
uitklappen. Deze gebruiksaanwijzing is
op meer dan één type van toepassing.
De uitrusting van de modellen kan
variëren.
Kleine afwijkingen in de afbeeldingen zijn
mogelijk.
Afb. !
* Niet bij alle modellen.
A
Koelruimte
B
Diepvriesruimte
1–8
Bedieningselementen
9*
Boter en kaasvak
10
Voorraadvak voor kleine flesjes
11
Vak voor grote flessen
12
Verlichting
13*
Vario-deurplateau
14*
Flessenrek
14
Verskoelvak
15
Groentelade met
vochtigheidsregelaar
17
Diepvrieslade
Bedieningselementen
Afb. $
* Niet bij alle modellen.
1
Display koelruimte
2
Display diepvriesruimte
3
Temperatuurindicatie
Diepvriesruimte
De cijfers komen overeen met
de ingestelde temperaturen in
de diepvriesruimte in °C.
4
Functie toetsenblokkering
„lock"
Wanneer deze functie
is ingeschakeld, is instellen met
de bedieningselementen niet
mogelijk.
5
Alarmtoets
Om het alarmsignaal uit te
schakelen (zie hoofdstuk „Alarm
function").
6
Insteltoetsen
Met de toetsen „+" en „–" kunt
u de temperatuur van de koel-
en vriesruimte instellen.
Bovendien kunnen de speciale
functies worden in-
en uitgeschakeld.
7
Keuzetoets Apparaatzone
Herhaaldelijk op de keuzetoets
drukken om instellingen voor een
apparaatzone te kunnen
opgeven.
8
Temperatuurindicatie koelruimte
De cijfers komen overeen met de
ingestelde temperaturen in de
koelruimte in °C.
nl
99