Controle veercompensatie
Nadat de deur een keer volledig is geopend en gesloten, kan bij
menupunt 47 de veercompensatie worden gecontroleerd. De
knop
5 seconden ingedrukt houden. De LED-display toont
dan de waarde voor de deurbalans:
De weergavewaarde moet tussen -1 en +2 liggen, anders moet u
de veren opnieuw afstellen.
Het restgewicht (F [kg]) van de veergecompenseerde deur kan
als volgt worden berekend:
Motor 9.24/5.24
F [kg] = weergavewaarde x 20 kg / omw
Motor 9.20
F [kg] = weergavewaarde x 16 kg / omw
Motor 9.15
F [kg] = weergavewaarde x 15 kg / omw
Omw = aantal omwentelingen voor een volledige deuropening
F = restgewicht in kg van de veergecompenseerde deur
De gegevens zijn bij benadering. Voor een meer nauw-
keurige bepaling een krachtmeetbeweging uitvoeren.
Bij gebruik van 6.65DU wijkt de functie af.
LET OP
Hiervoor graag de paragraaf "Functie DU" raad-
plegen.
Openingskrachtbegrenzing (menupunt 48)
Intrekkingsgevaar door meenemen van
WAARSCHUWING
personen door het deurblad!
De krachtbegrenzing moet zo worden ingesteld,
dat het meenemen van personen wordt verhin-
derd.
De krachtbewaking kan alleen worden
LET OP
gebruikt voor deuren met veercompensatie.
Omgevingsinvloeden, zoals windbelasting en
temperatuurwijzigingen, kunnen tot een onbe-
doelde activering van de krachtbewaking leiden.
Bij menupunt 48 de openingskrachtbegrenzing op basis van de
ingebouwde motor als volgt instellen:
Motor 9.24/5.24
Invoerwaarde = omw x gewicht / 20 kg
Motor 9.20
Invoerwaarde = omw x gewicht / 16 kg
Motor 9.15
Invoerwaarde = omw x gewicht / 15 kg
De gegevens zijn bij benadering. Voor een meer nauw-
keurige bepaling een krachtmeetbeweging uitvoeren.
De openingsbewegingen worden vergeleken met de vorige bewe-
gingen. Bij overschrijden van de ingestelde waarde stopt de deur
en verschijnt F33 op het LED-display.
De deur kan daarna alleen met dodemansbediening
worden gesloten.
Verhelp de oorzaak van de krachtoverschrijding en open en sluit
en open de deur een keer.
76 - NL
Krachtmeetbeweging (menupunt 48)
WAARSCHUWING
Intrekkingsgevaar door bewegende deur!
De krachtbewaking vervangt geen veiligheids-
maatregelen tegen intrekkingsgevaar!
Voor een nauwkeurige bepaling van de uitschakeldrempel voor
de krachtbewaking een krachtmeetbeweging uitvoeren:
1.
Bij menupunt 48 de waarde 99 invoeren.
ð
De besturing start een krachtmeting.
2.
Aan de deur een testgewicht (aanbevolen ca. 20 kg) beves-
tigen en de deur volledig openen en sluiten.
3.
Op het LED-display verschijnt de gemeten waarde, die als
uitschakelwaarde worden overgenomen. De uitschakel-
waarde kan worden gewijzigd (dubbele waarde is gelijk aan
dubbele kracht).
4.
Verwijder het testgewicht weer en daarna de deur opnieuw
volledig openen en sluiten.
Controle van de werking van de krachtbewaking
Na het afsluiten van krachtmeetbeweging een controle van de
werking van de krachtbewaking uitvoeren. Hiervoor het testge-
wicht weer aan de deur bevestigen. De aandrijving moet uitscha-
kelen!
De krachtbewaking is niet geactiveerd bij de
LET OP
controle van de werking
Is de krachtbewaking niet geactiveerd, moeten
de instellingen bij menupunt 48 worden gecon-
troleerd. De krachtmeetbeweging moet worden
herhaald.
Inschakelduur (menupunt 49)
De ingestelde inschakelduur verhindert oververhitting van de aan-
drijfmotor en voorkomt schade.
Motor 5.24 met kunststofoverbrenging
LET OP
Bij het gebruik van de motor 5.24 met kunststof-
overbrenging, moet de inschakelduur op de
waarde 1 (3~) of 2 (WS, 1~) worden ingesteld.
Menu 5 diverse instellingen
RWA-functie (menupunt 55)
Bij menupunt 55 de betreffende deurpositie instellen. De brand-
meldinstallatie aansluiten op J7 en kies bij menupunt 50 de waar-
de 9.
Keuze besturingstype (menupunt 59)
Bij menupunt 59 worden verschillende besturingsvarianten gese-
lecteerd. De betreffende instellingen kunt u vinden in de aanvul-
lingsbladen.
Zorg voor correcte instellingen
LET OP
Verkeerde instellingen kunnen tot schade of sto-
ringen van de besturing leiden.
T100 DES