tormatic T100 DES Notice De Montage Et D'utilisation page 77

Table des Matières

Publicité

Les langues disponibles
  • FR

Les langues disponibles

  • FRANÇAIS, page 36
Menu 3 basisinstellingen en eerste inbedrijfstelling
Instellen van de deureindposities (menupunten 30 en 31)
De bovenste en onderste eindpositie moeten direct na elkaar
worden ingesteld.
1.
Kies menu 3 "Basisinstellingen" bij de besturing en ga naar
menupunt  30 "Deurinstelling bovenste eindpositie", zodat
het getal 30 op het display knippert.
2.
Voor het vastleggen van de bovenste eindpositie, de
knop 
ingedrukt houden, tot de deur volledig is geopend.
ð
Mocht de deur in de verkeerde richting bewegen, moet
een richtingsomkering worden ingeleid. Houd de
knop 
5 seconden ingedrukt en herhaal daarna
stap 2.
3.
Na het instellen van de bovenste eindpositie moet de on-
derste eindpositie worden ingesteld. Verlaat het menu-
punt 30, door een keer op de knop 
LED-display knippert 5 keer de decimale punt, waarmee de
invoer wordt bevestigd.
4.
Omschakelen naar het menupunt 31 "Deurinstelling onder-
ste eindpositie".
5.
Voor het vastleggen van de onderste eindpositie, de
knop 
ingedrukt houden, tot de deur volledig is gesloten.
6.
Bevestig de invoer, voor het afsluiten van de instelling.
De deur moet veergecompenseerd zijn.
LET OP
Afhankelijk van de aandrijving moet de deur
veergecompenseerd zijn.
Knelgevaar en botsgevaar door sluitende
WAARSCHUWING
deur
Zorg dat tijdens het instellen van de eindposities
geen sluitkant- of fotocelbewaking actief is.
Instellen 1/2 deuropening (menupunt 32)
Voor het instellen van een 1/2  deuropening, als volgt te werk
gaan:
1.
Kies menu 3 "Basisinstellingen" bij de besturing en ga naar
menupunt 32 "Deurinstelling 1/2 opening".
2.
Druk op de knop 
gewenste positie heeft bereikt.
3.
Bevestig de invoer, voor het afsluiten van de instelling.
Fijninstelling deureindpositie boven (menupunt 33) en onder
(menupunt 34)
1.
Kies menu 3 "Basisinstellingen" bij de besturing en ga naar
menupunt 33 "Fijncorrectie bovenste eindpositie".
ð
De vooringestelde waarde 50 knippert op het LED-
display.
2.
Voor fijncorrectie zijn waarden van 0 tot en met 99 beschik-
baar. Waarden van 50 (fabrieksinstelling) tot en met 0 ko-
men overeen met 0 mm, tot en met ca. -80 mm. Waarden
van 50 tot en met 99 komen overeen met 0 mm, tot en met
ca. +80 mm.
3.
De invoer bevestigen en omschakelen naar menupunt  34
"Fijncorrectie onderste eindpositie".
4.
Voor fijncorrectie zijn waarden van 0 tot en met 99 beschik-
baar. Waarden van 50 (fabrieksinstelling) tot en met 0 ko-
men overeen met 0 mm, tot en met ca. -80 mm. Waarden
van 50 tot en met 99 komen overeen met 0 mm, tot en met
ca. +80 mm.
Keuze sluitkant J3 / keuze fotocel J4 (menupunt 35 en 36)
1.
Kies menu 3 "Basisinstellingen" bij de besturing en ga naar
menupunt 35 "Keuze sluitkant".
2.
Kies een waarde op basis van de gewenste instelling.
3.
De invoer bevestigen en omschakelen naar menupunt  36
"Keuze fotocel".
4.
Kies een waarde op basis van de gewenste instelling.
5.
Bevestig de invoer, voor het afsluiten van de instelling.
te drukken. Op het
en houd deze ingedrukt, tot de deur de
Uitschakelpositie vooreindschakelaar (menupunt 37)
1.
Kies menu 3 "Basisinstellingen" bij de besturing en ga naar
menupunt  37 "Keuze correctie vooreindschakelaar sluit-
kantbeveiliging".
ð
De vooringestelde waarde 25 knippert op het LED-
display.
2.
De uitschakelpositie zo instellen, dat maximaal 50  mm af-
stand tot het vloercontact ontstaat. Hiervoor zijn waarden
van 0 tot en met 99 beschikbaar. Waarden van 25 (fa-
brieksinstelling) tot en met 0 komen overeen met 0 mm, tot
en met ca. -50 mm. Waarden van 25 tot en met 99 komen
overeen met 0 mm, tot en met ca. +100 mm.
3.
Bevestig de invoer, voor het afsluiten van de instelling.
LET OP
Opvolging van de norm EN 12453
Controleer na elke uitgevoerde instelling de uit-
schakelpositie van de deur. De instelling van de
uitschakeling mag niet meer dan 50 mm boven
de vloer liggen, anders wordt niet voldaan aan
de norm EN 12453. Dan dreigt verlies van de
goedkeuring.
Menu 4 uitgebreide deurinstellingen
Naloopwegcorrectie (menupunt 42)
De naloopwegcorrectie compenseert wijzigingen in de DICHT-po-
sitie, die het resultaat zijn van temperatuur, inlopen van de aan-
drijving, etc.
Vloeraanpassing (menupunt 43)
De vloeraanpassing compenseert wijzigingen in de DICHT-posi-
tie, die het resultaat zijn van kabelverlenging, resp. verhoging van
de vloer. De eindpositie DICHT wordt door de vloeraanraking van
de sluitkantbeveiliging aangepast. Eerst de exacte DICHT-positie
instellen en kies daarna bij menu  4 onder menupunt  43 de ge-
wenste instelling voor de vloeraanpassing. De instellingen 2, 3 en
4 worden indien nodig aangepast aan de ingeleerde posities in
menu 3 onder menupunt 31, 34 en 37.
Veerbreukdetectie (menupunt 47)
De veerbreukdetectie vervangt een
LET OP
veerbreukbeveiliging niet
De functie veerbreukdetectie is geen vervanging
voor een mechanische veerbreukbeveiliging.
De veerbreukdetectie bij menupunt 47 op basis van de ingebouw-
de motor als volgt instellen:
Motor 9.24/5.24
Invoerwaarde = omw x gewicht / 20 kg
Motor 9.20
Invoerwaarde = omw x gewicht / 16 kg
Motor 9.15
Invoerwaarde = omw x gewicht / 15 kg
Omw  = aantal omwentelingen van de deuras voor een volledige
deuropening
Gewicht = deurbladgewicht
Voorbeeld: Motor 9.24, omw  =  8 omwentelingen voor deurope-
ning, deurbladgewicht = 150  kg, bij 2  veren draagt elk hiervan
75 kg. De uitschakeling moet gebeuren bij 60 kg.
8 x 60 kg / 20 kg = 24 (invoerwaarde)
Bij overschrijding van de ingestelde waarde wordt
fout F32 weergegeven.
LET OP
Deureindpositie opnieuw instellen
Na het vervangen van de veren moeten de
deureindposities opnieuw worden ingesteld.
T100 DES
NL - 75

Publicité

Table des Matières
loading

Produits Connexes pour tormatic T100 DES

Table des Matières