Wasmiddel, wasverzachter en andere
reinigingsmiddelen
•
Voeg wasmiddel en wasverzachter toe voor het
starten van het programma.
•
Open de wasmiddellade nooit terwijl het
wasprogramma bezig is!
•
Indien u een programma draait zonder voorwas,
doe dan geen wasmiddel in het voorwasvak (vak
nr. 1).
•
Indien u een programma draait met voorwas, doe
dan geen vloeibaar wasmiddel in het voorwasvak
(vak nr. 1).
•
Selecteer geen programma met voorwas als u
een wasmiddelzak of wasmiddelbol gebruikt.
Plaats de zak of de bol direct tussen de was in de
machine.
•
Indien u vloeibaar wasmiddel gebruikt, vergeet
dan niet de houder voor vloeibaar wasmiddel in
het hoofdwasvak te plaatsen (vak nr. 2).
Het wasmiddeltype kiezen
Het type te gebruiken wasmiddel hangt af van het type
en de kleur van de stof.
•
Gebruik verschillende wasmiddelen voor
gekleurde en witte kleding.
•
Was uw fijne kleding met speciale wasmiddelen
(vloeibaar wasmiddel, wolwasmiddel, enz.) wat
alleen gebruikt wordt voor fijne kleding.
•
Voor het wassen van donkere kleding en dekens
is het aanbevolen een vloeibaar wasmiddel te
gebruiken.
•
Was wol met een speciaal wolwasmiddel.
Gebruik enkel wasmiddelen die specifiek voor de
A
wasmachine werden vervaardigd.
Gebruik geen zeeppoeder.
A
De hoeveelheid wasmiddel aanpassen
De te gebruiken hoeveelheid wasmiddel hangt af van
de hoeveelheid was, de mate van bevuiling en de
waterhardheid. Lees de instructies van de fabrikant op
de verpakking van het wasmiddel zorgvuldig en volg
de doseringswaarden op.
•
Gebruik niet meer dan de doseerhoeveelheid
aanbevolen op de verpakking van het wasmiddel
om problemen te vermijden van buitensporig
schuim, slecht spoelen, financiële besparingen en
tenslotte milieubescherming.
•
Gebruik minder wasmiddel voor kleine
hoeveelheden of lichtvervuilde kleding.
•
Gebruik geconcentreerde wasmiddelen in de
aanbevolen dosering.
Wasverzachters gebruiken
Plaats de verzachter in het wasverzachtervak van de
wasmiddellade.
• Gebruik de aanbevolen dosering op de
verpakking.
• Overschreid het (>max<) niveau in het
wasverzachtervak niet.
• Indien de verzachter niet erg vloeibaar meer is,
verdun deze dan met water voor u deze in de
wasmiddellade plaatst.
Vloeibare wasmiddelen gebruiken
Als het product voorzien is van een houder voor
vloeibaar wasmiddel:
•
Verzeker u ervan dat u de houder voor vloeibaar
wasmiddel in het vak nr. "2" heeft gedaan.
•
Gebruik de maatbeker van de fabrikant van
het wasmiddel en volg de instructies op de
verpakking.
• Gebruik de aanbevolen dosering op de
verpakking.
• Indien het vloeibare wasmiddel niet erg vloeibaar
meer is, verdun het dan met water voor u dit in
de houder voor vloeibaar wasmiddel doet.
Als het product niet voorzien is van een houder
voor vloeibaar wasmiddel:
•
Gebruik geen vloeibaar wasmiddel voor de
voorwas in een programma met voorwas.
•
Gebruik de maatbeker van de fabrikant van
het wasmiddel en volg de instructies op de
verpakking.
•
Vloeibaar wasmiddel bevlekt uw kleding indien
gebruikt met de Uitgestelde Start functie. Als u de
Uitgestelde Start functie gaat gebruiken, gebruik
dan geen vloeibaar wasmiddel.
Gebruik van gel en wasmiddeltabletten
Indien u wasmiddeltabletten, -gel, enz. gebruikt,
lees dan de instructies van de fabrikant op de
verpakking van het wasmiddel zorgvuldig en volg de
doseringswaarden op. Als er geen enkele instructie op
de verpakking staat, doe als volgt.
•
Als het gelwasmiddel vloeibaar is en uw machine
niet voorzien is van een speciale houder voor
vloeibaar wasmiddel, doe het gelwasmiddel
dan in het hoofdwasvak tijdens de eerste
watertoevoer. Als uw machine voorzien is van
een houder voor vloeibaar wasmiddel, doet u het
wasmiddel in deze houder voor u de machine
start.
•
Als het gelwasmiddel niet vloeibaar is of in een
capsule zit, doe deze dan direct in de trommel
voor het wassen.
•
Doe de wasmiddeltabletten in het hoofdwasvak
(vak nummer II) of direct in de trommel voor het
wassen.
Wasmiddeltabletten kunnen resten in het
C
wasmiddelvak achterlaten. Indien u dit verneemt,
doe de wasmiddeltabletten dan in het vervolg
tussen het wasgoed, dichtbij het onderste
gedeelte van de trommel.
Gebruik wasmiddeltabletten of -gel zonder de
C
voorwasfunctie te selecteren.
Gebruik van stijfsel
•
Voeg vloeibaar stijfsel, poederstijfsel of verfstof in
het wasverzachtervak zoals aangegeven op het
pakje.
•
Gebruik wasverzachter en stijfsel niet samen in
een wascyclus.
•
Neem de binnenkant van de machine met een
vochtige en schone doek af na het gebruik van
stijfsel.
Gebruik van bleekmiddel
•
Selecteer een programma met voorwas en voeg
bleekmiddel toe aan het begin van de voorwas.
Plaats geen wasmiddel in het voorwasvak.
25
FL