NL
5. Veeg eventueel gemorste olie weg.
4.2.3
Vullen met benzine (01, 08)
Aanbevelingen betreffende de benzine
■
Gebruik schone, nieuwe, loodvrije benzine
met een octaangetal van minstens 90.
■
Brandstof kopen in hoeveelheden die binnen
30 dagen kunnen worden verbruikt.
■
Benzine met maximaal 10 % ethanolgehalte
kan worden gebruikt.
■
Benzine niet mengen met olie.
■
Motor alleen buitenshuis starten en laten
draaien.
Benzine bijvullen
1. Tankdop (01/3) of (08/3) verwijderen.
2. Vul de tank tot aan de onderste rand van de
vulpijp. Niet te veel vullen!
3. Tankdop (01/3) of (08/3) weer stevig vast-
schroeven.
5 GEBRUIK VAN DE MOTOR
Voor verdere informatie: zie de gebruikshandlei-
ding van de grasmaaimachine.
GEVAAR! Levensgevaar door vergifti-
ging. De uitlaatgassen van de motor bevatten
koolmonoxide, dat voor een mens binnen enkele
minuten dodelijk kan zijn.
■
Start en gebruik de motor alleen buiten.
■
Gebruik de motor nooit in gesloten ruimten,
ook niet bij geopende ramen en deuren.
■
Adem geen uitlaatdampen in.
■
Schakel de motor uit wanneer u tijdens het
gebruik misselijk, duizelig of onwel wordt.
Raadpleeg onmiddellijk een arts.
WAARSCHUWING! Brand- en explosie-
gevaar. Benzine en olie zijn zeer gemakkelijk
ontvlambaar. Een brand kan dodelijk letsel tot ge-
volg hebben.
■
Gebruik geen startspray of soortgelijke mid-
delen.
WAARSCHUWING! Gevaar voor verbran-
ding. Draaiende motoren worden tijdens het ge-
bruik zeer heet!
■
Raak tijdens het gebruik nooit onderdelen
van de motor aan, dit geldt vooral voor de uit-
laat.
■
Laat de uitlaat, cilinder en koelribben afkoe-
len, voordat u deze aanraakt.
34
All manuals and user guides at all-guides.com
WAARSCHUWING! Gevaar door draaien-
de delen van het apparaat! Als er in draaiende
delen van het apparaat wordt gegrepen veroor-
zaakt dit zeer ernstig letsel!
■
Grijp nooit in draaiende delen van het appa-
raat!
■
Voordat de motor in gebruik wordt genomen
moet de gebruiksaanwijzing van het apparaat
in acht genomen worden.
■
Motor alleen buitenshuis starten en laten
draaien.
■
De motor niet in schuine posities boven 15°
hellingshoek gebruiken.
■
Start de motor uitsluitend wanneer deze hori-
zontaal staat.
■
De machine niet zo ver zijdelings kantelen
dat er brandstof vrijkomt uit de tankdop.
■
Controleer het oliepeil.
■
Lang haar opbinden en sieraden verwijderen.
■
Geen losse kleding dragen.
■
Stevig, antislipschoeisel dragen.
■
Niet de basisafstelling van de motor wijzigen
en niet te snel laten draaien.
■
Bij het starten de veiligheidsafstand in acht
nemen.
■
Schakel de motor uit en laat hem afkoelen,
voordat de tankdop wordt verwijderd.
■
Schakel de motor uit, laat hem afkoelen en
ontkoppel de bougiekabel voordat u de ma-
chine of motor controleert, reinigt of aan het
werk gaat.
■
Voordat u de cilindervinnen en de afscher-
ming aanraakt, moet u wachten totdat de mo-
tor voldoende is afgekoeld.
■
Draai de motor niet zonder bougie door.
5.1
Motor starten en uitschakelen (01, 08)
OPMERKING Neem de gebruiksaanwij-
zing voor de grasmaaimachine in acht!
OPMERKING De motor heeft een vast in-
gesteld motortoerental. Het is niet mogelijk het
toerental te regelen.
Gebruik van de motor
Tech 140 | Tech 160