Reparaties
Start de motor
VOORZICHTIG! Risico op letsel! Terug-
slagrisico: Het trekkoord kan sneller naar de mo-
tor terugspringen dan dat het startkoord kan wor-
den losgelaten.
■
Houd rekening met een plotselinge ruk als u
aan het startkoord heeft getrokken.
OPMERKING
■
Bij het opnieuw starten van een opgewarmde
motor is het gebruik van de primer niet nodig.
■
Primerknop (01/6) of (08/6) 3x indrukken,
met een tijdsinterval van ca. 2 seconden.
Bij temperaturen onder 10 °C de primer-
knop 5x indrukken.
■
Startkoord (01/4) of (08/4) snel eruit trek-
ken en vervolgens langzaam weer laten
oprollen.
Terwijl de motor draait:
■
Blijf met uw handen en voeten uit de buurt
van roterende onderdelen.
■
Houd brandbaar materiaal uit de buurt van de
uitlaat en de omgeving van de cilinder.
■
Laat de uitlaat, cilinder en koelribben afkoe-
len, voordat u deze aanraakt.
Motor uitschakelen
■
Neem de gebruiksaanwijzing van de
grasmaaimachine in acht.
6 REPARATIES
WAARSCHUWING! Letselgevaar bij repa-
ratiewerkzaamheden. Ondeskundige reparaties
kunnen ernstig letsel en schade aan het apparaat
veroorzaken.
■
Reparatiewerkzaamheden alleen laten uit-
voeren in servicewerkplaatsen van AL-KO of
bij geautoriseerde montagebedrijven!
■
Er mogen uitsluitend originele reserveonder-
delen van AL-KO worden gebruikt.
7 ONDERHOUD EN VERZORGING
WAARSCHUWING! Risico op letsel. Het
onbedoeld inschakelen van de motor kan tot ern-
stig letsel leiden.
■
Voor aanvang van afstel-, onderhouds- en re-
paratiewerkzaamheden moet de motor altijd
worden uitgeschakeld en beveiligd tegen on-
bedoeld opnieuw inschakelen.
442793_a
All manuals and user guides at all-guides.com
■
Regelmatig onderhoud is onontbeerlijk voor
de veiligheid en de instandhouding van de
functionaliteit.
■
Onderhoudsschema in acht nemen.
■
Bij gebruik onder zwaardere omstandigheden
moet vaker onderhoud worden verricht.
1. Vóór alle onderhouds- en reinigingswerk-
zaamheden: Trek de bougiedop (01/5) los
van de bougie.
2. Voer de in dit hoofdstuk beschreven onder-
houds- en reinigingswerkzaamheden uit vol-
gens het onderhoudsschema.
3. Na de onderhouds- en reinigingswerkzaam-
heden: Steek de bougiedop (01/5) weer op
de bougie.
7.1
Motor kantelen (07, 14)
1. Kantel de motor zodanig dat de bougie (07/1,
14/1) naar boven wijst.
7.2
Luchtfilter reinigen (05, 12)
Tech 140 (05)
■
Het luchtfilter regelmatig reinigen.
■
Beschadigd luchtfilter vervangen.
1. Luchtfilterdeksel (05/1) verwijderen, hiervoor
de sluitstroken (05/2) indrukken en het lucht-
filterdeksel afnemen.
2. Filter (05/3) eraf halen en op een hard opper-
vlak uitkloppen tot het vuil is verwijderd. Niet
afborstelen!
3. Filter weer monteren.
4. Luchtfilterdeksel terugplaatsen en afsluiten,
hiervoor de sluitstroken vastklikken.
Tech 160 (12)
■
Het luchtfilter regelmatig reinigen.
■
Beschadigd luchtfilter vervangen.
1. De twee bouten (12/1) van het luchtfilterdek-
sel (12/2) eruit schroeven, en luchtfilterdeksel
verwijderen.
2. Filter (12/3) eraf halen en op een hard opper-
vlak uitkloppen tot het vuil is verwijderd. Niet
afborstelen!
3. Filter weer monteren.
4. Luchtfilterdeksel terugplaatsen en vast-
schroeven met twee schroeven.
7.3
Olie verversen (06, 13)
Het oliepeil regelmatig controleren. Het oliepeil
elke 5 bedrijfsuren of dagelijks voor het starten
van de motor controleren.
35