Anleitung_BG_GP_1355_N_SPK2__ 29.11.12 09:44 Seite 30
NL
2. Beschrijving van het apparaat
(fig. 1)
1. Drukaansluiting
2. Wateraftapplug
3. Zuigaansluiting
4. Watervulplug
3. Reglementair gebruik
Toepassingsgebied
Voor het irrigeren en gieten van plantsoenen,
n
groentebedden en tuinen
Voor de werking van gazonsproeiers
n
Met voorfilter voor het ontnemen van water uit
n
vijvers, beken, regentonnen, regenwater-
verzamelbekken en putten
Voor de huiswatervoorziening
n
Transportmediums
Voor het transport van helder water (zoet water),
n
regenwater of licht wasloog/water voor industrie
of landbouw.
De maximale temperatuur van de
n
transportvloeistof mag in het continue bedrijf
+35°C niet overschrijden.
Met dit apparaat mogen geen brandbare, gas
n
lekkende of explosieve vloeistoffen
getransporteerd worden.
Het transport van agressieve vloeistoffen (zuren,
n
logen, uit siloʼs sijpelend sap enz.) en van
vloeistoffen met abrasieve stoffen (zand) moet
eveneens vermeden worden.
De machine mag slechts voor werkzaamheden
worden gebruikt waarvoor ze bedoeld is. Elk ander
verder gaand gebruik is niet reglementair. Voor
daaruit voortvloeiende schade of verwondingen van
welke aard dan ook is de gebruiker/bediener, niet de
fabrikant, aansprakelijk.
Wij wijzen erop dat onze gereedschappen
overeenkomstig hun bestemming niet geconstrueerd
zijn voor commercieel, ambachtelijk of industrieel
gebruik. Wij geven geen garantie indien het
gereedschap in ambachtelijke of industriële bedrijven
alsmede bij gelijk te stellen activiteiten wordt
gebruikt.
30
4. Technische gegevens
Aansluiting op het net
Opgenomen vermogen
Wateropbrengst max.
Opvoerhoogte max.
Opvoerdruk max.
Aanzuighoogte max.:
Druk- en zuigaansluiting
Watertemperatuur max.
5. Vóór ingebruikneming
5.1 Aansluiting van de zuigleiding
In principe raden wij het gebruik van een voorfilter en
van een zuiggarnituur met zuigslang, zuigkorf en
terugslagklep aan om lange heraanzuigtijden en een
onnodige beschadiging van de pomp door stenen en
vaste vreemde voorwerpen te verhinderen.
De diameter van de zuigleiding, slang of buis,
n
moet minstens ca. 19 mm (3/4 duim) bedragen;
bij een zuighoogte van meer dan 5 m wordt ca.
33,3 mm (R1IG) aanbevolen.
Het is aangeraden om de gebruikte zuigslang
n
van een zuigklep te voorzien. Indien de zuigklep
niet kan worden gebruikt, is het raadzaam om in
de zuigleiding een terugslagklep te installeren.
De zuigleiding van het wateraftappunt naar het
n
apparaat stijgend leggen. Vermijd absoluut om
de zuigleiding te leggen boven de hoogte van de
pomp; luchtbellen in de zuigleiding vertragen en
verhinderen het aanzuigen.
Zuig- en drukleiding moeten zo worden
n
aangebracht dat ze geen mechanische druk
uitoefenen op het apparaat.
De zuigklep moet diep genoeg in het water
n
liggen, zodat een droogloop van het apparaat
wordt vermeden doordat de waterstand daalt.
Een ondichte zuigleiding verhindert door lucht
n
aan te zuigen dat er water wordt aangezogen.
Vermijd zeker het aanzuigen van vreemde
n
voorwerpen (zand etc.). Desnoods moet een
voorfilter worden aangebracht.
230V ~ 50 Hz
1300 watt
5500 l/u
48 m
0,48 MPa (4,8 bar)
8 m
ca. 33,3 mm (R1IG)
35°C