7. Externe afspeelapparaten aansluiten
7.1. Selectie van de afspeelfunctie
Schakel het audiosysteem in.
Druk herhaaldelijk op de toets FUNC. (), om te schakelen tussen de verschillende af-
speelfuncties(AUX/USB/Bluetooth®).
7.2. Apparaat aansluiten via AUX IN
Gebruik de aansluiting AUX IN () om verbinding te maken met een extern afspeelapparaat
(bijvoorbeeld mp-speler).
Schakel het audiosysteem uit.
Schakel het externe apparaat uit.
Steek het ene uiteinde van een ,mm-jackkabel in de aansluiting AUX IN aan de achter-
kant van het apparaat.
Sluit het andere uiteinde van de kabel aan op de audio-uitgang van uw externe apparaat.
Schakel het externe apparaat in.
Schakel het audiosysteem in.
Druk op de toets FUNC., tot AUX op het display () verschijnt.
Het audiosignaal van het externe apparaat wordt nu afgespeeld.
Bij bekabelde signaaloverdracht staan niet alle bedieningsfuncties via de toetsen van het au-
diosysteem ter beschikking. Gebruik in dit geval de bedieningsmogelijkheden op uw externe
apparaat.
7.3. USB-stick gebruiken
Steek de USB-stick in de aansluiting USB () aan de achterkant van het apparaat.
Druk op de toets FUNC., tot USB op het display verschijnt.
Het afspelen van het eerste nummer op de USB-stick start automatisch.
Neem de volgende aanwijzingen met betrekking tot bruikbare USB-sticks in acht:
• Vanwege het grote aantal verschillende bestandssystemen en bestandsindelingen kan de
werking van de aangesloten opslagmedia niet worden gegarandeerd.
• Afhankelijk van de grootte van de gegevensdrager kan het even duren voordat het sys-
teem wordt herkend.
• USB-sticks met een geheugencapaciteit van max. GB worden ondersteund.
• Ondersteund worden de bestandssystemen FAT en FAT en het bestandsformaat MP.
• Externe harde schijven worden niet ondersteund.
• USB-verlengkabels worden niet ondersteund.
58