Werking; Desinfectie; Reiniging; Controlelampen - OWA Delfin Mode D'emploi

in de overeenkomstige sleuven van de
console (21) schuiven. Aansluitend het
achterste deel van de kap naar onder
drukken, tot beide vergrendelinghaken
(16) ineensluiten.
8.

Werking

Omdat de waterontharder automatisch
werkt, dient slechts van tijd tot tijd zout te
worden bijgevuld. Wanneer er geen of
slechts weinig verzacht
verbruikt, voert de ontharder ongeveer om
de 4 dagen om hygiënische redenen zelf-
standig extra een dubbele regeneratie uit.
Wanneer het zoutniveau tot aan de boven-
zijde van het onderste voorraadsreservoir is
gedaald, kan een volledige zak zout-
tabletten worden bijgevuld. Indien er niet op
tijd wordt bijgevuld, gaat de ontharder van
zodra er geen onopgelost zout meer
aanwezig is op spaarwerking over.
De nog aanwezige voorraad pekelwater
wordt in eerste instantie gebruikt voor de
ontsmetting van de harswisseling en de
verzachtende werking wordt gereduceerd.
Op deze wijze blijft de waterontharder nog
maanden na het optreden van het zout-
gebrek in hygiënisch onberispelijke toestand.
9.

Desinfectie

Wanneer de watertoevoer
ontharder wordt onderbroken (hoofdkraan
gesloten of bypass geopend) dient gelijk-
tijdig de stekker van de netvoeding van de
ontharder uit de
worden gehaald.
Een afgemonteerde ontharder dient vorstvrij
en droog te worden bewaard. De aan-
sluitflens dient tegen verontreinigingen te
worden beveiligd.
Wanneer een afgemonteerde ontharder
opnieuw wordt geplaatst en in werking
gesteld, dient principieel een handmatige
regeneratie (zie i) ) te worden ingeleid, om
de installatie te ontluchten en te ontsmetten.
water wordt
naar
wandcontactdoos
Werking
10.

Reiniging

De uitwendige oppervlakken van de water-
ontharder mogen met een normaal, in het
huishouden gebruikelijk, reinigingsmiddel
(zachte zeep) gereinigd worden. Oplos-
middelen en reinigingsmiddelen met alcohol
en lakken tasten de duurzaamheid van de
synthetische delen (breukgevaar) aan en
moeten dus
vermeden.
11.

Controlelampen

11
10
9
Afb. 3: Controlelampenn
9 kiembeveiliging
links
10 omschakeling
11 net
12 regeneratietoets
de
13 regeneratie
14 storing
15 desinfectie
te rechts
12.

Onderhoud

Overeenkomstig de DIN 1988 norm dient
minimum eens per paar een onderhouds-
beurt te worden uitgevoerd.
Een nauwkeurige controle van de functie van
de installatie kan als volgt worden uitgevoerd:
a) Beide vergrendelinghaken (16) aan de
stuurkopzijde naar binnen drukken en de
Delfin
ten allen tijde
12
groene controlelamp
gele controlelamp
groene controlelamp
gele controlelamp
rode controlelamp
groene controlelamp
worden
13
14
15
39