Toepassingsbereik; Werkwijze; Plaatsingsvoorschriften - OWA Delfin Mode D'emploi

4.

Toepassingsbereik

Er bestaat geen enkele beperking met
betrekking wat betreft de gebruiksom-
geving. Het onthardings vermogen van de
waterontharder werd bestudeerd voor de
totale waterconsumptie van een één- of
meergezinswoning, alsook voor hoeveel-
heden gedeeltelijk warm water, voor gebruik
in het zwembad, de wasmachine of de vaat-
wasser.
5.

Werkwijze

De ontharder is een installatie met dubbel
lichaam, d.w.z. twee alternerende hars-
reservoirs verzorgen parallel werkend de
waterverzorging. Afhankelijk van de door-
stromende hoeveelheid water en de hard-
heid van het water worden beide harsreser-
voirs na elkaar geregenereerd. Daardoor
staat voor de gebruiker ook tijdens de rege-
neratie een harsreservoir voor de waterver-
zachting ter beschikking. Er wordt met een
economisch zoutverbruik geregenereerd,
zodat de waterontharder uiterst rendabel en
milieuvriendelijk werkt.
De harsreservoirs zijn gevuld met hars-
ionenwisselaars. Dit zijn kleine bolletjes
kunsthars waarop de calciumionen die het
water "hard" maken geruild worden tegen
natriumionen. Op die manier wordt het water
"zacht".
De harsionenwisselaars absorberen echter
slechts een beperkte hoeveelheid van de
hardheidselementen. Ooit is het hars
uitgeput. Het punt van uitputting wordt
gemeten met een hydrometer, die de rege-
neratie van de harsreservoirs automatisch
inleidt. Op die manier worden de hardheid-
elementen opnieuw geëlimineerd uit het
hars door middel van verdund pekelwater
(natriumchloride). Met behulp van een stel-
schroef wordt de voor de regeneratie
noodzakelijke hoeveelheid zout afhankelijk
van de hardheid van het onbewerkte water
ingesteld.
Toepassingsbereik
De regeneratie wordt automatisch uitge-
voerd met behulp van onverslijtbare kerami-
sche schijven van hoogwaardig oxidekera-
miek. Het regenereerprogramma is vast
ingesteld en behoeft geen nieuwe program-
mering na een elektriciteitspanne, zoals dat
voor andere toestellen gedeeltelijk wel het
geval is. Bij elke regeneratie wordt in het
verdunde pekelwater elektrolytisch een
geringe hoeveelheid chloor ontwikkeld.
Daarmee wordt de volledige installatie
tegen kiemvorming beschermd. Het niet
verbruikte chloor wordt tijdens de spoel-
processen zonder resten uit de installatie
verwijderd.
Naargelang het waterverbruik ontstaat in de
installatie een bepaald drukverlies (zie hoof-
dstuk "Diagramma"). Indien dit bij een hoog
waterverbruik groter dan 1 bar wordt, dan
wordt automatisch een ingebouwde ont-
lastingsklep geopend, zodat er water aan de
waterontharder voorbij kan stromen en het
drukverlies gereduceerd wordt. De gemengd
waterhardheid in de waterleiding achter de
ontharder wordt daardoor tijdelijk verhoogd.
6.

Plaatsingsvoorschriften

De waterontharder dient in een droge,
vorstvrije ruimte met een afvoerputje te
worden geïnstalleerd. De omgevingstempe-
ratuur mag niet hoger liggen dan 30 °C. Een
elektrische aansluiting die de hele tijd onder
spanning staat en dus onafhankelijk is van
het lichtnet dient altijd ter beschikking te
staan (controlelamp "net" (11) licht steeds
op). Een aansluiting voor het voor het spoel-
water (3) en de veiligheidsoverloop van het
pekelreservoir (6) zijn eveneens noodzake-
lijk.
De slangen voor het afvalwater van de rege-
neratie en de veiligheidsoverloop moeten
beide zonder knikken naar de riolering
worden gelegd.
Delfin 35