NL
SPECIALE KENMERKEN
Vouw het achterblad zo open dat blz. 126 zichtbaar blijft.
FLITSEN MET ONDERDRUKKEN
Rode ogen in flitsfoto's —
VAN RODE OGEN
Maakt u een flitsfoto van personen in het donker, dan dringt het flitslicht binnen in
de wijd geopende oogpupillen. In het oog wordt het door het netvlies gereflecteerde
licht rood gekleurd. De functie Onderdrukken van rode ogen geeft een reeks
inleidende lichtzwakke flitsen af voordat de hoofdflits ontsteekt. Dit stelt de ogen
in staat zich aan te passen aan het heldere licht door de pupillen te vernauwen.
Kijkt het onderwerp naar de inleidende flitsen, dan worden de ogen in de foto niet
rood afgebeeld (zie afbeelding 3 op blz. 126).
• Houd de camera vooral goed stil. Het duurt ongeveer 1 seconde voordat de sluiter
ontspant.
• Onderdrukken van rode ogen heeft mogelijk geen effect wanneer het onderwerp:
1. Niet recht naar de flitser kijkt.
2. Niet naar de inleidende flitsen kijkt.
3. Te ver van de camera staat.
Het effect van het onderdrukken van rode ogen is afhankelijk van de fysieke
eigenschappen van de gefotografeerde persoon.
Als flitsen niet is toegestaan of de sfeer bederft
FLITSER UIT
De functie Flitser uit gebruikt u in situaties waarin flitsen niet is toegestaan of als u
de sfeer van de schemering of van kaarslicht niet wilt bederven (zie afbeelding 4 op
blz. 126).
• Omdat de camera een lange sluitertijd (van liefst 2 s) instelt, moet u een statief
gebruiken om bewegingsonscherpte te voorkomen.
• Vraag uw onderwerp stil te staan, omdat het beeld anders wazig wordt. Sluiten
van de lenskap activeert weer de functie Autoflitsen.
INVULFLITSEN
Bij schaduwen op het gelaat —
Fotografeert u portretfoto's met uw onderwerp in tegenlicht of onder een boom of
afdak, dan zal het gelaat te donker worden afgebeeld. De functie Invulflitsen levert
precies de juiste hoeveelheid extra licht om de schaduwen op het gelaat van een
persoon (zie afbeelding 5 op blz. 126) en om de kleur van TL-licht te compenseren.
• Overtuig u ervan dat uw onderwerp zich binnen het bereik van de flitser bevindt
(zie blz. 97).
• Bij extreem heldere verlichtingscondities heeft invulflitsen weinig nut. Sluiten van
de lenskap activeert weer de functie Autoflitsen.
NACHTSCÈNE
Nachtelijk stadsgezicht —
Deze functie gebruikt u als u tijdens een avondwandeling uw onderwerp op de
voorgrond wilt fotograferen met de standsverlichting als achtergrond. Dat doet u
met de functie Nachtscène. Daarbij verlicht de hoofdflits het onderwerp op de
voorgrond terwijl de sluiter 4 seconden open blijft staan om de stadsverlichting vast
te leggen. Om bewegingsonscherpte te voorkomen zet u de camera op een statief of
op een andere stevige ondergrond (zie afbeelding 6 op blz. 126).
98
SPECIALE KENMERKEN
Combinatie van twee functies —
ONDERDRUKKEN VAN RODE OGEN
Deze functie voorkomt de karakteristieke rode ogen zoals u die ziet in foto's die 's
avonds worden gemaakt (zie afbeelding 7 op blz. 126). U kunt deze functie niet
samen met de spotmeetmethode gebruiken. Door de lenskap te sluiten zet u de
camera weer in de stand Autoflitsen.
INSTELLEN VAN DE FLITSERFUNCTIE
Geen
Autoflitsen
pictogram
Onderdrukken van
rode ogen
Flitser uit
Invulflitsen
Nachtscène
—
Nachtscène met
onderdrukken van
rode ogen
Sterke contrasten —
Fotografeert u in een omgeving met sterke contrasten (bijvoorbeeld portretopnamen
in tegenlicht) dan wordt het hoofdonderwerp te donker of te helder afgebeeld.
Om er voor te zorgen dat uw onderwerp goed wordt belicht, voert u een spotmeting
uit (zie afbeelding 1 op blz. 2). Richt het spotmeetteken (A) op het vlak waaraan u
het licht wilt meten. Druk de ontspannop half in; zodat de groene LED oplicht en de
aan dat vlak gemeten scherpstelling en belichting worden vastgehouden. Kader uw
opname opnieuw af en druk de ontspanknop helemaal in.
Landschapsfotografie —
De camera wordt automatisch in de stand Oneindig gezet. De flitser ontsteekt
daarbij niet, behalve wanneer als flitserfunctie Invulflitsen is ingesteld (zie
afbeelding 2 op blz. 2).
INSTELLEN VAN DE BELICHTINGSFUNCTIES
Geen
Automatische
pictogram
belichtingsregeling
Spotmeting
Oneindig-stand
NL
NACHTSCÈNE MET
Bij herhaald indrukken van de
flitserfunctieknop ( ) wisselen de
flitserfuncties in de hiernaast, links,
afgebeelde volgorde. De geselecteerde
flitserfunctie wordt aangegeven in het LCD-
venster.
Ontsteek de flitser nooit vlak voor de ogen
van mensen of dieren.
Richt de camera niet op motorrijders met de
bedoeling een flitsopname te maken.
SPOTMETING
ONEINDIG-STAND
Bij herhaald indrukken van de
flitserfunctieknop (
/
) wisselen de
flitserfuncties in de hiernaast, links,
afgebeelde volgorde. De geselecteerde
functie wordt aangegeven in het LCD-
venster.
Sluiten van de lenskap activeert weer de
Automatische belichtingsregeling.
99