• Ingevroren voedsel kan in de vakken
met laden bewaard worden.
Ontdooien van het
apparaat
• Overmatige ijsvorming op de
wanden van de diepvriezer kan de
vriesprestaties van uw apparaat
nadelig beïnvloeden.
• Ontdooi uw apparaat dus minstens
twee keer per jaar of telkens
wanneer de ijslaag dikker is dan 7
mm.
• Ontdooi het apparaat wanneer het
zo goed als of helemaal leeg is.
• Neem de diepgevroren producten
uit het apparaat. Wikkel de
diepgevroren producten in
verschillende lagen krantenpapier of
in een deken, en bewaar ze op een
koude plaats.
• Trek de stekker uit het stopcontact
of schakel de zekering uit voordat u
met ontdooien begint.
• Verwijder de toebehoren (de rekken,
de laden, enz.) uit het apparaat en
gebruik een geschikte bak om het
dooiwater op te vangen.
• Gebruik indien nodig een spons of
een zachte doek om het dooiwater
te verwijderen.
• Laat de deur tijdens het ontdooien
open.
• Plaats bakken met warm water in
het apparaat om het ontdooien te
versnellen.
• Gebruik nooit elektrische
apparatuur, ontdooisprays of
puntige of scherpe voorwerpen
zoals messen of vorken om het ijs te
verwijderen.
• Zodra het ontdooiproces is afgerond,
maakt u de binnenzijde schoon
(zie de sectie ' S choonmaak en
onderhoud' ) .
• Steek de stekker van het apparaat
opnieuw in het stopcontact. Leg de
ingevroren etenswaren in de laden
en schuif deze in de diepvriezer.
16
NL