e. Startadres van de DMX-spot
Alle DMX-gestuurde toestellen hebben een digitaal startadres nodig, zodat het juiste toestel reageert op de signalen.
Dit digitale startadres is het kanaalnummer van waarop het toestel "luistert" naar het signaal van de DMX controller.
Geef het correcte nummer in en lees het af op de display onderaan uw VDPLS1025.
U kunt één enkel startadres gebruiken voor een groep toestellen of u kunt per toestel een nieuw startadres ingeven.
Wanneer u één enkel startadres instelt, zullen alle toestellen "luisteren" naar hetzelfde kanaal. Met andere woorden:
wanneer u de instellingen voor 1 kanaal verandert, zullen alle toestellen er tegelijk op reageren.
Wanneer u verschillende adressen instelt, dan luistert elk toestel naar een ander kanaal. Met andere woorden:
wanneer u de instellingen van een kanaal verandert, zal enkel het toestel op dat kanaal reageren.
In het geval van de 4-kanaals VDPLS1025, zult u het startadres van het eerste toestel op 1 moeten instellen, van het
tweede toestel op 5 (1 + 4), van het derde op 9 (5 + 4) enz.
5. Gebruik
Functie
• Automatische modus (7-kleurige verandering / 7-kleurige stroboscoop / automatische 7-kleurige
verandering / automatische 7-kleurige dimmer / muziekbesturing)
• Master / slave-modus
• DMX512-modus
Instellen van de schakelaars
Functie
Rood
Groen
Blauw
Stroboscoop
TRAAG MED SNEL SNELST
Fade in/out
TRAAG MED SNEL SNELST
Kleurenflits
TRAAG MED FAST SNELST
Muziekbesturing
DMX
OPMERKING: Regel de gevoeligheid van functie 1, 2 en 3 via de draaiknop.
6. DMX-instelling
De VDPLS1025 is uitgerust met 4 kanalen:
KANAAL 1: Functie-instelling
0 – 127 dimmer (Ch2 - 4 dimmer geldig)
128 – 250 stroboscoop (Ch2 - 4 dimmer geldig)
251 – 255 dimmer 100% (Ch2 - 4 dimmer geldig)
KANAAL 2: 0 – 255 ROOD
KANAAL 3: 0 – 255 GROEN
KANAAL 4: 0 – 255 BLAUW
7. Reiniging en onderhoud
1. Alle gebruikte schroeven moeten goed zijn aangespannen en mogen geen sporen van roest vertonen.
2. De behuizing, de lenzen, de montagebeugels en de montageplaats (bvb. het plafond of het gebinte) mogen niet
vervormd zijn of aangepast worden (geen extra gaten in montagebeugels, aansluitingen niet verplaatsen etc.)
3. Mechanisch bewegende delen mogen geen sporen van slijtage vertonen en mogen niet onregelmatig bewegen.
VDPLS1025_v2
1
2
3
ON
ON
ON
1
2
4
4
5
6
ON
CYAAN MAG GEEL
ON
8
16
32
8
7
8
9
ON
ON
64
128
256
10
ON
VELLEMAN